De keet is het kloppend hart van elke bouwplaats. Een plek voor overleg en organisatie, en voor schaft en een koffie. Je hebt ze groot en klein. Op bezoek in vijf keten in Amsterdam, Ede, Almere, Rotterdam en Bunnik.
1. Prestatiecontract Rijkswegen Midden-Nederland
Teun Schutte, senior projectmanager: “Onze keet staat net naast de A12, op het terrein van twee boerenzonen uit Bunnik, in de regio bekend van de legendarische discotheek Brothers. Ideale plek om ons werk te doen: voor Rijkswaterstaat beheren en onderhouden wij de wegen in de provincie Utrecht. Dat doen we dag en nacht en deze schottenkeet is de huiskamer van ‘het areaal’, zoals wij dat noemen. Bij calamiteiten zijn we binnen een half uur ter plaatse. Overdag bereiden we hier het werk voor en overleggen we met Rijkswaterstaat en alle betrokken partners over hoe we zo veilig mogelijk ons werk kunnen doen. 's Avonds is dit de ontmoetingsplek voor de collega's die 's nachts de verzorgingsplaatsen en wegbermen schoonmaken.
Gijs van Ommen: “Ik voel me meer thuis in de keet dan op het hoofdkantoor. Hier kan ik zelfs op klompen aankomen bij wijze van spreken. In de keet sta je met beide benen direct in de uitvoering, hier wordt hard gewerkt. Ook vind ik het fijn dat we hier al onze spullen bij de hand hebben die we nodig hebben voor ons werk, van kegels tot containers. Dankzij onze zonnepanelen zijn we zelfvoorzienend, we draaien hier onze eigen toko.
Van hiërarchie is hier geen sprake, iedereen heeft dezelfde rechten en plichten. Dit is een jong, ambitieus en ondernemend team dat met plezier hard werkt. Toch nemen we de tijd om successen te vieren en met mensen die langswaaien, en dat zijn er nogal wat op een dag, een bakkie te doen."
Wesley Kersjes: “Soms zitten we hier nog tot zeven uur 's avonds, om een praatje pot te doen met de avondploeg voor die aan het werk gaat. Ook wordt er wel eens samen gegeten. Belangrijk om ook met hen persoonlijk contact te hebben, want we zijn één team, ook al werken we voor verschillende bedrijven. We zitten vaker hier dan thuis. Maar da's niet erg, je voelt dat hier wordt gewerkt en het tegelijkertijd een veilige en gezellige plek is. Deze keet is voor iedereen die met ons werkt een thuis. Mi casa es su casa.”
2. Schoonderloostraat, Rotterdam
Lennon Goossens, monteur: “Onze kleine keet staat in de Rotterdamse wijk Delfshaven in een rustige woonstraat. Met vier man leggen we hier water- en gasleidingen aan. Ik stap ’s ochtends altijd als eerste de keet binnen. Rond half zeven draai ik de sleutel in het slot. Dan ruim ik eerst even op en maak schoon, zodat alles weer lekker fris is. We hebben niet veel ruimte, dus het ziet er al snel slordig uit. En in een opgeruimde keet is het fijner om de dag te beginnen. Daarna zet ik koffie en komen de andere jongens binnen. Samen doen we een kop koffie en dan gaan we aan de slag. Tussen negen en half tien ’s ochtends doen we nog een bakkie samen, en tussen half een en één uur is het lunchtijd. Dan bak ik eieren of maak ik tosti’s. Het is maar net wat we er vanuit huis in de koelbox is meegenomen. Dat koken doe ik graag hoor, en het is toch lekkerder dan een boterham met kaas. Hoewel we een klein team hebben, is het hier nooit stil. We kletsen veel. En ja, dat gaat over van alles en nog wat, van werk tot familie. Zo houden we het heel gezellig met z’n allen.”
3. Oranje Loper, Amsterdam
Dave Saija, projectcoördinator bodemverontreiniging: “Dit is een van de kleinste keten van Heijmans. Dat moet ook wel, want we werken in hartje Amsterdam en de ruimte is hier schaars. Voor het project Oranje Loper vervangen we oude gasbuizen en kabels. Ook leggen we nieuwe mantelbuizen aan. Omdat we in de grond werken, is hygiëne belangrijk. Ik ben een pietje-precies en zorg goed voor mijn jongens. Alles moet brandschoon zijn. Ik neem mijn eigen schoonmaakspullen mee. Dagelijks poets ik de keet, zodat iedereen veilig kan schaften en een bakkie kan doen. Daarnaast zorg ik voor een volle jerrycan met water om de handen te wassen.
En ja, ook de buitenkant van de keet moet blinken. Om vandalisme te voorkomen plaatsen we hekken. Al wordt de keet soms toch beklad met graffiti. Dat houd je niet tegen. Een kwestie van flink poetsen met alcoholdoekjes en het is weer schoon. We krijgen vaak complimenten van onze opdrachtgever gemeente Amsterdam en de omgevingsdienst voor onze schone keet. Daar ben ik trots op.”
4. New Brooklyn, Almere
Roy Viveen, torenkraanmachinist: “Met een groep van twintig jongens werken we aan New Brooklyn, een nieuwe stadswijk in Almere-Poort. Vaak ben ik rond zes uur op het werk, dan drink ik een bakkie in de keet en bespreek ik de dag met de uitvoerders. Rond kwart voor zeven klim ik in de torenkraan. Vaak maak ik vanuit de kraan een foto van de zonsopgang. Zeg nou zelf: dat is toch het mooiste uitzicht dat er bestaat? Om stipt zeven uur zit ik draaiklaar. Dan kunnen de jongens meteen beginnen.
We hebben een topteam. Ik heb al flink wat werken met ze gemaakt, we kennen elkaar goed. Ik zou met mijn ogen dicht kunnen werken als het moet, zo veel vertrouwen heb ik in ze. We dollen graag en maken veel grappen. Op de bouwplaats en in de keet. We zitten er ’s morgens met een bakkie en een eerste bammetje, en in de middag hebben we een halfuur voor de lunch. Op vrijdag is het frituurpandag. Dan staan de frikandellen en kroketten op tafel. Heerlijk. Na het lunchen ruimt iedereen zijn eigen rommel op, en eens per week maakt een schoonmaker de boel weer lekker fris. Een luxe!”
5. Pakhuisbuurt, Ede
Herman Bosch, uitvoerder: “Deze schaftkeet in Ede is zelfvoorzienend; er liggen zonnepanelen op het dak. Tot half november hadden we genoeg energieopbrengst van de zon om koffie te zetten en de verwarming aan te doen. Er zit infraroodverwarming aan het plafond, die de keet snel verwarmt. Ik werk bijna 51 jaar bij Heijmans, en dit is de eerste zelfvoorzienende keet die ik zag. Een goed initiatief, in het kader van duurzaamheid.
Er passen maximaal zo’n tien mensen in deze kleine schaftkeet. Krap? Nee hoor, het is knus en warm. We zitten er ’s morgens en ’s middags met de schaft een halfuurtje. Soms iets langer, als het heel slecht weer is. Maar over het algemeen werkt iedereen ook dan aardig door.”