Best Value aanpak
In 2021 was het groot onderhoud aan de rijksweg A12 zo spraakmakend dat het de landelijke media haalde. Rijkswaterstaat heeft in het bouwteam laten blijken het werk zeer te waarderen. En toch kan het nog beter, stellen Teun Schutte en Gijs van Ommen laconiek. Deze jonge kartrekkers van Heijmans belichamen eigentijds assetmanagement voor infra. “Zelfs als ik op vakantie aan het zwembad lig, denk ik over verbeteringen na.”
Even vooropgesteld: met misverstanden over assetmanagement – die kom je zelfs binnen Heijmans nog tegen – kun je de A12 verharden. Zo zien sommigen de asset-teams van Infra als gele manusjes-van-alles die wegen, kunstwerken, groen en verzorgingsplaatsen onderhouden, oftewel: als poetsclub. Grapjassen definiëren asset management ook wel als langdurig op een klapstoeltje zitten om tijdig scheurvorming in kunstwerken te kunnen signaleren.
De praktijk is aanzienlijk complexer. Eigentijds asset management verlangt niet alleen grondige technische kennis, maar ook bedrijfskundig inzicht – met name in risico- en kostenanalyse – en sociale, communicatieve en digitale vaardigheden. Kortom: asset managers zijn schapen met vijf poten. Vlak buiten Bunnik kom je ze tegen. Niet als bezienswaardigheid in het weiland, maar achter een laptop in een gele keet. Hun namen: projectmanager Teun Schutte (33) en technisch manager Gijs van Ommen (31).
Applaus
Teun en Gijs zijn jong, slim en gretig. Sinds november 2020 voeren ze het Prestatiecontract Midden Nederland-Zuid (PCMN-Z) uit. Dat omvat de A1, A2, A12, A27 en A28, bij elkaar zo’n 450 kilometer aan snelwegen. Dit doen ze natuurlijk niet alleen: hun multidisciplinaire team telt ruim vijftien vaste medewerkers en een variabele schil van dertig tot honderd krachten. Hoofdkwartier is een ruime keet, bedekt met 55 zonnepanelen, in Bunnik.
Het eerste applaus hebben ze al binnen. Dat zit zo: na de kwakkelwinter van 2020 zag Rijkswaterstaat zich genoodzaakt om de aangetaste deklaag van de A12 tussen Woerden en Nieuwerbrug versneld te vervangen. Teun: “Het ging om vier-en-een-halve kilometer. Het bouwteam stelde voor dit stuk volledig af te sluiten, zodat er relatief meer werk verzet kon worden en de veiligheid van de wegwerker en weggebruiker beter was te garanderen. Negen opeenvolgende etmalen, kort maar hevig”.
Het was de bedoeling de klus uit te voeren in de zomerperiode, zodat er maar beperkte verkeershinder zou zijn. Na intensief overleg met allerlei experts in verband met conflicterende werkzaamheden en geplande evenementen in deze periode, besloot het bouwteam uiteindelijk deze werkzaamheden van eind september tot begin oktober uit te voeren.
Troeven
Een zogenoemde ‘vierkante afsluiting’ is zeldzaam in Nederland, zeker buiten vakantieperioden. “Maar het kan,” glimlacht Gijs, “al hebben we zelfs eigen mensen moeten overtuigen. Onze troeven? Grondige analyse en voorbereiding.” Niet minder essentieel is communicatie met de betrokken gemeenten, bedrijven en andere partijen, benadrukt Teun. “Als je je belangen open en transparant op tafel legt, kan er vaak meer dan je denkt.”
Er ontstonden files en dus hinder, met name voor verkeersdeelnemers in de spits. Niet te vermijden bij een dergelijke afsluiting, maar ten opzichte van de andere uitvoeringsvarianten beschouwd als acceptabel. Of, zoals een manager van de ANWB-Verkeersdienst over die periode in de Volkskrant opmerkte: “We kregen meer klachten van Nederlanders die in Duitsland steeds vaststonden.”
Met de baanbrekende aanpak van het A12-Groot Onderhoud legt Heijmans de lat voor de infrasector op een nieuwe hoogte. Als het aan Teun en Gijs ligt, wordt ‘Afsluiten, tenzij’ de vuistregel. “Het is efficiënter en aanzienlijk veiliger dan de weg een aantal nachten afsluiten”, merkt Teun op. Andere pluspunten: Heijmans kon in één adem ook het Meerjarig- en Levensverlengend Onderhoud (MJO & LVO) uitvoeren.
Gekantelde blik
Hoe ze tot hun afwijkende voorstel durfden te komen? Alles is een kwestie van perceptie, stellen de twee. Zij zien asset management anders dan de traditionele bouwer. Teun en Gijs zijn ambassadeurs van het omdenken, dwarsdenken, drie stappen vooruitdenken. Het gebied waar ze aan de slag moeten, in hun woorden areaal, zien ze als een proeftuin. Zowel de successen als de doodlopende wegen in hun aanpak delen ze met het AMCC in Rosmalen, het Assetmanagement Competence Center.
In hun bevindingen sparen ze de eigen organisatie niet. Kwestie van verbeterdrift, legt Teun uit. “Een voorbeeld? Tijdens het Groot Onderhoud aan de A12 hebben we de snelheid van het eigen werkverkeer gemeten. Dat kan beter. Met dat inzicht draag je bij aan de veiligheid van al je collega’s.”
Het assetmanagement van Teun en Gijs stoelt sterk op data, die ze constant verzamelen en analyseren. Hun laptop is een schatkamer. Met enkele muisklikken roepen ze in het softwareprogramma ArcGIS de jongste gegevens over talloze objecttypes op, waaronder ruim elfduizend lichtpunten, bomen, groenvlakken, kunstwerken, asfaltdeklaagtypes, schades en hun exacte posities. Al die digitale informatie – de oogst van schouwen, inspecties en onderhoud – vormt de grondstof voor hun adviezen en acties. Op welk gebied? You name it: van het vervangen van kapotte lampen en asfalt tot het herstellen van schades, reinigen van vluchtstroken of groenonderhoud.
Natuur en milieu
Op het scherm tovert Gijs een digitale kaart van de A12 tussen Oudenrijn en Lunetten tevoorschijn. Hij wijst op genummerde bolletjes, rood of groen. Ze symboliseren bomen en kapwerkzaamheden. “De rode exemplaren hebben essentaksterfte. Dat veroorzaakt wortelrot, wat valgevaar oplevert.” Hij klikt nog een kaart aan: “Dit is Rijnsweerd. Die groene stip? Een zomereik, dertig jaar oud. Even kijken: bij de inspectie op 16 oktober 2021 was ie 3,1 meter hoog en leek ‘ie kerngezond. Maar als bomen instabiel raken, grijpen we in.”
Flora en fauna inventariseren past bij asset management in de 21ste eeuw, vult Teun aan. “Natuur en milieu zijn belangrijker geworden, inclusief de differentiatie van beheersmaatregelen. Dassen, heikikkers of buizerds wil je beschermen. Japanse duizendknoop en andere invasieve exoten wil je beheersen.”
Team PCMN-Z fungeert ook als calamiteitenorganisatie. Dag en nacht. “Wanneer zich een ongeval of incident voordoet, zijn we binnen een half uur ter plaatse”, vertelt Gijs. “Dagelijks gaat het om vijf à zes meldingen, ruim zeventienhonderd per jaar.” Die lopen sterk uiteen: van een kapot wegdek of beschadigde geleiderail tot een afgewaaide tak of vrachtwagen met klapband. Niet alleen bij ongelukken of (dreigende) verkeersonveiligheid komen zij in actie. Ook bij vandalisme, graffiti of aangereden dieren. “Je bent huisvader in het areaal”, stelt Teun. ”Maar ook de ogen en oren voor Rijkswaterstaat.”
Geen straf
Onmisbaar voor het incidentenmanagement zijn drie bemande botsabsorbers die dag en nacht kunnen uitrukken. Verder heeft team PCMN-Z dagelijks twee Ford Ranger XLT’s op de weg, die het hele areaal schouwen. Een van de chauffeurs is Jacco van Eck. Op een brug over de A28 bij Soesterberg wacht hij ons op. Is het zijn werkjas die fluoresceert of zijn trots? Jacco: “Het is geen straf om op deze truck te rijden. Gloednieuw. Mijn collega Iljan en ik hebben ook inspraak bij de aanschaf gehad. De meldingen van incidenten krijgen we digitaal binnen. Sinds september maken we zo’n 13.000 kilometer.”
Hij opent deuren, luikjes, koffers. Zijn Ford Ranger blijkt een rijdende garage, materieelwagen, EHBO-post en camerawagen – zowel foto’s als videobeelden kunnen worden gemaakt. De laadbak is deze ochtend nog vrij leeg. Maar dat is een kwestie van gedu-Melding!
Op de A28 richting Zeist liggen ter hoogte van ecoduct Sterrenweide twee losse planken op de vluchtstrook. En weg is Jacco. Motto: het is geel en voortdurend in beweging. Net zoals de ideeën van Teun en Gijs over eigentijds assetmanagement.