Skip to content
christiaan_weiler_darwin_ecosysteme_bordeaux_heijmans_2.jpg
Vijf vragen aan Christiaan Weiler

Leren van broedplaatsen

22 mei 2019

Creatieve broedplaatsen als het Rotterdamse Schieblock zijn zonder overheidsbemoeienis of strategie ontstaan op ‘waardeloos’ geachte plekken. Innovatieve geesten bedenken daar – ongevraagd - oplossingen voor de maatschappelijke situatie waarin ze zitten. Architect Christiaan Weiler onderzoekt voor het Atelier Rijksbouwmeester de dynamiek in deze chaotische laboratoria, om maatschappelijke waardecreatie te borgen en in te zetten in andere gebieden.

1. Wat onderzoek je precies en waarom?

“Grote opgaven zoals de energietransitie vragen niet alleen om een technische aanpak, maar ook om een culturele, sociale en maatschappelijke bril en verbindingen tussen al die domeinen. Daarom startte Atelier Rijksbouwmeester een onderzoek naar hoe verschillende sectoren gemakkelijker en sneller kunnen samenwerken. En richt het vizier op de plekken waar dat al gebeurt: in broedplaatsen.

De afgelopen decennia zijn in diverse steden broedplaatsen ontstaan, in leegstaande gebouwen of op braakliggende plekken. Ontwerpers, kunstenaars en kleine ondernemers bouwden samen een aanvankelijk tijdelijke omgeving, waarin zij - vaak met buurtbewoners – allerlei activiteiten ontplooien. Daar ontstaan zoveel vernieuwende initiatieven!

De motivatie en de energie om met elkaar oplossingen te bedenken, dát is maatschappelijke waarde. Waarde die je niet gemakkelijk in een spreadsheet kan zetten, maar die wel noodzakelijk is om te innoveren. Broedplaatsen als De Ceuvel in Amsterdam-Noord of het Schieblock in Rotterdam, zijn casussen in dit onderzoek. Atelier Rijksbouwmeester wil weten hoe deze plekken werken en of je wat daar gebeurt ook op andere plaatsen kan reproduceren. Kon ik daar de vinger achter krijgen?”

2. Waarom jij?

“In de twintig jaar dat ik als architect werk, waarvan tien jaar in Frankrijk, kwam ik er achter dat de meeste opgaven niet door vormgeving of technologie alleen zijn op te lossen. Verduurzaming bijvoorbeeld: hoe lang weten we als bouwsector al dat we hiermee aan de slag moeten en hoe traag reageren we daarop!

Het is moeilijk, maar ook belangrijk om een verdienmodel te vinden voor de duurzaamheidstransitie. Ik schrok wakker en besloot me niet langer te richten op bouwen, maar op onderzoek en advies voor programmamanagement."

Tegelijkertijd bevindt mijn werkruimte zich in een broedplaats, Darwin Ecosystème in het Franse Bordeaux. In dit complex met verschillende soorten gebruikers, zag ik met eigen ogen dat het innovatieproces, van idee tot uitvoering, hier veel sneller gaat dan in standaard kantoorgebouwen langs de snelweg.”

3. Geef eens een voorbeeld?

Les Détritivores, een duurzaam vuilophaalinitiatief dat uitgroeide tot een compostverwerkingsbedrijf. Voedselresten van cateraars, kleine winkels, kantines maar ook van het biologische restaurant in Darwin, worden opgehaald en verwerkt tot compost, in een lege hal binnen het complex. Dit doen mensen voor wie niet zo snel een reguliere baan te vinden is. Deze compost dient als mest voor biologische land- en tuinbouw. Voedselafval wordt meestal gewoon begraven. Dat is niet alleen milieuonvriendelijk, ook een kostenpost!

Les Détritivores startte als een vereniging, nu is het dankzij een incubator uit Darwin een bedrijf dat door heel Bordeaux werkt. Ze hebben vier arbeidsplaatsen gerealiseerd. Ook concurreren ze inmiddels met de gemeentelijke dienst, die deze innovatie niet voor elkaar kreeg. Dit initiatief dwingt de gemeente ook te innoveren.

Dit kleine initiatief is ontstaan door de samenkomst van allerlei elementen: een restaurant, lege ruimtes, behoefte aan mest en een zinvolle dagbesteding voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Je kan denken: toeval, maar hoe toevallig is dat? Wat zijn de condities waarin dit initiatief is ontstaan, wat is daarvoor nodig? Als we dat kunnen reproduceren, kunnen we duurzame innovaties verbreden en versnellen. Daarvoor heb ik een tool gemaakt.”

4. Licht eens een tipje van de sluier op? Wat zijn die omstandigheden?

“Geen functies scheiden, juist ruimte maken voor diversiteit. Verschillende partijen die samen door één deur laten gaan, dat helpt kruisbestuiving. Na de Tweede Wereldoorlog voerden we overal functiescheiding door om zo efficient mogelijk te produceren. Op organisch ontstane plekken zoals broedplaatsen, zitten allerlei disciplines door elkaar. Daar zie je mensen met verschillende kennis elkaar ontmoeten, gepland en ongepland, en daardoor gemotiveerd raken om gezamenlijk te investeren in een initiatief of activiteit. De lotsverbintenis onder elkaar en met de plek en de gezamenlijke beleving van de plek dragen daaraan bij.

Zie de broedplaats als een gezamenlijk research & development-laboratorium voor ontwikkelaar, overheid en eindgebruiker

Kijk eens naar de Rotterdamse Dakakker bovenop het Schieblock: daar kijkt de directie van voedselproducent Unilever op uit. Kinderen van basisscholen uit de buurt bezoeken regelmatig deze moestuin om te leren over groene daken, gezond voedsel, biodiversiteit en waterberging. Maatschappelijk heeft dat veel waarde: schoolkinderen, stadsboeren en directie die zich rondom één plek begeven. Een krachtige combinatie.”

christiaan_weiler_darwin_ecosysteme_bordeaux_heijmans_4.jpg

5. Wat kan Heijmans doen met de uitkomsten van jouw onderzoek?

“In traditionele gebiedsontwikkeling worden broedplaatsen vaak gezien als placemakers en moeten ze meestal plaatsmaken voor nieuwbouw. Mijn aanbeveling zou zijn er aan mee te doen, in een parallel traject aan nieuwe ontwikkelingen. Zie de broedplaats als een gezamenlijk research & development-laboratorium voor ontwikkelaar, overheid en eindgebruiker. Zo kun je bijdragen aan, en profijt halen uit, de praktijklessen van deze prototypes. Leg verbindingen en smeed coalities, dan is innovatie te versnellen. De kleinere schaal en experimentele vorm, daar kun je nieuwe ideeën uitproberen, voor ze op te schalen om grotere opgaven op te lossen.

Broedplaatsen ontstaan uit geloof en gut feeling en ogen chaotisch. Ik probeer hier een rationele basis aan te geven, om te laten zien hoe je die waarde in de business case van gebiedsontwikkeling borgt. Het heeft waarde voor een gebied en voor bewoners, maar ook voor de praktijk van de ontwikkelaar. Voor de duurzaamheidsdoelen zijn zowel pioniers als rendabele verdienmodellen broodnodig. De pionierswaarde kan blijvende waarde hebben voor een plek, of overwaaien naar een nieuw initiatief; hoe dan ook, creëer je zo de juiste omstandigheden voor meer innovatie."

"En dat heb je nodig als ontwikkelaar, in een tijd waarin opgaven steeds complexer worden en meer denkkracht vereisen. Die pioniers kun je helaas niet kopen en inschakelen, maar wel vrijheid geven en uitdagen. Waardevolle broedplaatsen ontstaan vaak in een ruimte of periode van vrijheid en zelfbeschikking waar experimenten de boventoon voeren.”