Kun je carbonpapier tussen generaties leggen? Ja, bewijst Jan Heijmans (1946). In zijn toewijding en gedrevenheid is hij een doordruk van zijn vader. In gesprek met de zoon van de oprichter.
Een huis aan de Graafsebaan in Rosmalen, druk en levendig. Daar groeit Jan op, met zijn ouders, vier zussen en drie broers. Achter de woning liggen het kantoor en de werf. Een herinnering: “Vaak kwam de chef van de werkplaats tijdens ons ontbijt verslag uitbrengen van wat ze die nacht hadden gerepareerd. Het materieelpark was kort na de oorlogsjaren niet in optimale conditie. Er gold een zesdaagse werkweek, maar op zondag was er zelden rust. Kerkbezoek, de ontvangst van familie en zakelijk bezoek en wachten op de terugkeer van onze wedstrijdduiven.”
Vakanties en vrije tijd brengt het gezin op de Maas en in de Biesbosch door. Vader Jan heeft een motorjacht. Veelzeggende naam: The Escape. “Ook waren er uitstapjes naar Den Haag en Scheveningen. Bekend terrein, want al voor de oorlog had Heijmans veel werk in Zuid-Holland – van de aanleg van rioleringen, wegen en tramrails in Den Haag tot aan het onderhoud van de pieren in Hoek van Holland. Ook had Heijmans in de Laakhaven in Den Haag een asfaltinstallatie staan.”
Helikopter
In de jaren zestig en zeventig dreunt Nederland van vooruitgangsgeloof. Letterlijk: heistellingen bonken in elke stad. Ook Heijmans krijgt bergen werk te verzetten. Een herinnering van Jan senior wentelwiekt voorbij: “Op 24 november 1963 opende minister Pieter Bogaers van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid de B.M.B.-fabriek van Heboma [Heijmans Bouwmaatschappij – red] in Den Bosch. Na de opening vertrok de minister per helikoper, om diezelfde dag in Gelderland en Limburg nog twee fabrieken voor woningbouwsystemen te openen.” Ook de omzet van de B.M.B.-fabriek zocht de hoogte. In licentie maakte het bedrijf halve verdiepingshoge, mechanisch gemetselde elementen met binnenspouwblad, maar ook alle trappen, balkons en galerijplaten in beton. Geen klein bier: zo’n 800 à 1.000 woningen per jaar.
Weliswaar mocht Jan zich een ‘Heijmans’ noemen, maar ook voor hem gold de wet van de zwaartekracht: wie hogerop wil, moet zich inspannen. “In 1966 begon ik als assistent-inkoper van Eppie Hogeweide, hoofd Centrale Inkoop. De verkoop van de 1.400 woningen in uitbreidingsplan Hintham-Zuid [bij Den Bosch – red.] was eveneens bij die afdeling ondergebracht.” Enkele stappen en sprongen in de loopbaan van Jan senior: rayonleiderschap in Ridderkerk, directie-assistent in Rosmalen en samen met Lambert van Druenen de tweehoofdige directie van de Divisie Wegen- en Waterbouw. Kroon op het werk? “Toetreding tot de Raad van Bestuur van de Verenigde Heijmans Bedrijven, waar ik in 1991 mijn broer Theo opvolgde.”
Sociale karakter
Waar je een geel hart aan herkent? Jan over zijn vader: “Hij was goed voor zijn medewerkers, maar ook voor hun gezin. Er kon aangeklopt worden. In goed sociaal beleid zag hij ook een rol voor de Nederlandse Vereniging van Wegenbouwers (NVvW) weggelegd – hij was lid van hun Dagelijks Bestuur. Het personeel van bedrijven die bij de NVvW waren aangesloten, kon gebruikmaken van maatschappelijk werkers. Verder spreekt het sociale karakter uit het feit dat veel directieleden en staffunctionarissen van Heijmans functies in bouw-, sport- en culturele organisaties bekleden. Ook dat is maatschappelijke verantwoordelijkheid. De vele jubilea van dienstverbanden zie ik als extra bewijs voor de goede sfeer en het sociale klimaat van Heijmans.”
Ondernemersstijl
De zakelijke stijl bij Heijmans, zegt Jan, staat van oudsher voor no-nonsense. Het bedrijf is wars van arrogantie. Sleutelbegrippen: korte lijnen, overlegstructuren, vertrouwen in je personeel hebben en openstaan voor ideeën. “Zo bereikte Heijmans daadkracht en slagvaardigheid – ook onmisbaar voor innovaties. Vuistregel nummer één? Heb oog voor alle medewerkers en respecteer iedereen, ongeacht hun plek in de organisatie.”
Begin jaren tachtig doet Management & Arbeid Nieuwe Stijl (MANS) haar intrede bij de divisie Wegen en Waterbouw. Het is een vooruitstrevende bedrijfsfilosofie waarbij de kennis van alle medewerkers – zeker van de werkvloer – wordt benut. Jan laconiek: “Nou ja, vader dacht en werkte al zo, van zichzelf. Hij hamerde ook vaak op het belang van groei en perspectief. Als die ontbreken, gaan mensen weg.”
Voor de historici: ooit dreigde Heijmans zelf uit Rosmalen te vertrekken. Het is halverwege de jaren tachtig als Rijkswaterstaat het nieuwe verkeersknooppunt-Hintham op het Heijmans-terrein projecteert. Ook het ouderlijk huis van Jan zal tegen de vlakte moeten. Gelukkig blijft de sloopkogel onaangeroerd. “We slaagden erin om Rijkswaterstaat een slim, gelijkwaardig plan voor te leggen dat vele tientallen miljoenen guldens voordeliger was.” RWS stemt in, een verhuizing van Heijmans is van de baan.
Toch zal niet alles bij het oude blijven. Al decennia verlangt Rijkswaterstaat naar omlegging van de Zuid-Willemsvaart. Te smal, te ondiep, te veel ophaalbruggen in de Bossche binnenstad. Eind jaren negentig is er eindelijk groen licht. Het nieuwe Máximakanaal wordt aangelegd: “Acht kilometer tussen de Zuid-Willemsvaart en de Maas, waarbij het kanaal het Heijmans-terrein doorsnijdt. Maar de aanleg kwam niet als een verrassing. Al tijdig hadden we grond gekocht voor de latere nieuwbouw van het markante hoofdkantoor.”
Gongslag
Na het afscheid van de oprichter blijft Heijmans inzetten op groei. Kralen rijgen, synergie opzoeken, integraliteit versterken. Alle divisies dijen uit, zowel in personele omvang als orderportefeuille. In 1993 brengen de aandeelhouders het bedrijf naar de AEX-beurs. “Op 7 september, de eerste handelsdag voor Heijmans, opende mijn broer Lambert als bestuursvoorzitter, samen met Joop Janssen en mij, met een gongslag de beurs in Amsterdam.” Voorbijgangers en bezoekers komen ogen en oren tekort: een puffende Heijmans-stoomwals uit de jaren twintig laat zijn schelle fluit horen.” Wat ook op stoom komt, is de notering: de eerste emissie van aandelen levert Heijmans vijftien miljoen gulden werkkapitaal op.
Wat vooral is veranderd, stelt Jan, is het speelveld in de bouwsector. Vanaf de jaren zestig deelde Heijmans de markt met grote bedrijven als Nederhorst, Bredero, OGEM, HBG en NBM. Namen waar slechts dikke knipselmappen aan herinneren – het gros zou vóór de millenniumwisseling in andere handen komen of het jaar 2000 niet halen.
Trots
Ja, hij is trots, onmiskenbaar. “Ik ben trots op die duizenden werknemers die bij infra-, woning- en utiliteitsbouwprojecten betrokken waren en zijn.” Maar ook de innovatiekracht is een reden om te glunderen. “Mijn vader zocht vanaf het begin actief naar nieuwe producten, technieken en materialen. Met Constructex Holland introduceerde Heijmans de thermoplastische wegmarkering in Nederland. Maar we hebben ook veel specifieke asfaltproducten in de wegen- en waterbouw ontwikkeld. Verder heeft Heijmans op ernstig verontreinigde locaties grote bodemsaneringen uitgevoerd.”
Illustratief voor de vernieuwingsdrift noemt hij het eerste asfaltschip, de Dorus Heijmans. “Het is op een landingsvaartuig van de geallieerden gebouwd. Sowieso ben ik nog altijd trots op de goede relatie van Heijmans met Defensie. Mijn vader hield zijn rug recht in de oorlog, nam geen opdrachten van de bezetter aan. Dat is gewaardeerd. Maar ook Heijmans Vastgoed geeft volop reden voor trots. Zij is toonaangevend in gebiedsontwikkeling, wint vele prijzen. Daarnast dwingt de betrokkenheid van Heijmans bij de renovaties van het Binnenhof en de Raad van State respect af.”
Tankdivisie
In juni 2001 nam hij na 35 jaar Heijmans afscheid. Maar een uitgesproken man is zelden uitgesproken. Vooruit, nog één valreepverhaal: “In 1998 gingen er stemmen op om Heijmans en een ander bouwbedrijf samen te voegen. Maar de grote overlap van activiteiten en de cultuurverschillen voorspelden niet veel goeds. Gelukkig doorzag ook de Raad van Commissarissen van Heijmans dat fuseren een bedreiging van de continuïteit was. Toenmalig commissaris Koos Andriessen zei: ‘Als de tankdivisie van Heijmans Wegen en Waterbouw een fusie afwijst, dan is het op voorhand een verloren strijd en tot mislukken gedoemd.’ Ik was blij dat het niet doorging. En nu opnieuw, omdat we 25 jaar later het honderdjarig jubileum kunnen vieren.”
Heijmans in 2123
Het bedrijf over een eeuw? Kalm en onderkoeld: “Mocht de zeespiegel blijven stijgen, dan kan Heijmans in ieder geval haar kennis en kunde van waterbouw gebruiken. Dat zit in ons dna, zeker na alle projecten die we na de Watersnoodramp van 1953 hebben verwezenlijkt. Verder denk ik dat het circulaire werken in 2123 ongekende dimensies heeft bereikt en mobiliteit nog meer veiligheid kent. Maar het voortbestaan zal Heijmans vooral danken aan analyse van haar successen. Of een eeuw een zee van tijd is? Ja, maar benut hem goed. Haast je als je tijd hebt, dan heb je tijd als je haast hebt.”