Wat als de stad Rotterdam één groot nationaal park zou zijn? Die prikkelende gedachte onderzoekt het Natuurhistorisch Museum in een nieuwe tentoonstelling. Heijmans dacht met het museum mee over hoe de toekomst in zo’n natuurpark-stad eruit zou zien. “Je hebt nog steeds hoogbouw in het Nationale Park, alleen het groen is nooit ver weg.”
Het is een van de topstukken van de tentoonstelling: de levensgrote, opgezette zwaan op een nest gemaakt van zwerfafval. Piepschuim, bierblikjes, een afgedankte geruite fietstas. Deze stadse zwaan heeft van alles bij elkaar gescharreld om een broedplek te fabriceren. Is dat nou treurig of niet? Dat is een vraag waartoe adjunct-directeur Niels de Zwarte de bezoeker van de tentoonstelling Nationaal Park Rotterdam in het Rotterdamse Natuurhistorisch Museum wil uitdagen.
“Je kunt het zielig vinden, maar tegelijkertijd is deze zwaan ook een kansenpakker. Net als wij mensen. Moeten we met veel mensen op een klein oppervlak wonen? Dan gaan we kleine hokjes van beton en glas op elkaar stapelen. Ook best zielig, én fascinerend, als je het mij vraagt.”
Stadsnatuur
Dat verwarren en bevragen, dat zit in de aard van het museum, zegt Niels. Dus ging de gedachtegang van ‘we willen eens een tentoonstelling over natuur in de stad’ maken, naar: ‘wat als Rotterdam een nationaal park zou zijn?’ “Best een belachelijk idee natuurlijk”, lacht Niels. “Sommige mensen vinden het ronduit bedreigend. Zo van: jullie willen toch niet alle gebouwen weghalen? Het is hier de Veluwe niet!”
De ondertoon is echter serieuzer. Niels, naast directielid van het museum ook stadsecoloog, vindt dat stadse natuur net zo goed natuur is als de Veluwe, de Kennemerduinen en de Biesbosch. “Hier leven ook unieke dier- en plantsoorten die we in stand moeten houden en waar wij mensen niet zonder kunnen. Zo begon de droom over Rotterdam als nationaal park.”
Vervolgens heeft het museum een aantal partners gevraagd om dit idee in gedachten uit te werken. Heijmans stond bovenaan Niels’ lijstje. Niels: “De bouwwereld heeft een belangrijke stem in hoe de stad eruitziet. Het leek ons interessant om samen al filosoferend tot een toekomstig stadsbeeld te komen. Ik vind het ontzettend leuk dat Heijmans daar zijn nek voor durft uit te steken.”
Groen als oplossing
Zodoende raakten vanuit Heijmans ecoloog Vincent Nederpel en ontwikkelaar Maaike Schravesande betrokken bij het project. Zij dachten mee over de grote ‘toekomstkaart’ van de stad Rotterdam die halverwege de tentoonstelling aan de wand hangt. In datzelfde hoekje draait ook een video over natuurinclusief bouwen waarin Heijmans directeur vastgoed Lonneke Zuijdwijk te zien is.
Eenmaal aan de koffie in de kantine van het museum vertellen Niels, Maaike en Vincent wat de brainstorm tussen alle partijen heeft opgeleverd. “Je hebt nog steeds hoogbouw in het nationale park, alleen is het groen is nooit heel ver weg”, vertelt ecoloog Vincent. “We zetten het groen in als oplossing voor wateroverlast en hittestress, maar het zorgt ook direct voor een betere leefbaarheid. Het straatbeeld zal er ook anders uitzien. Zo komen er natuurlijke zwemvijvers op pleintjes, er is meer ruimte voor ‘langzaamverkeer’ als fietsers en wandelaars en voor groenbeleving. Als vanzelf zorgt dat voor meer sociale cohesie in de wijk.”
Collega Maaike vult aan: “De essentie van deze brainstorm is dat het gewoon heel fijn is om met de natuur om je heen te leven. Op dit moment zijn er nog zo veel wijken in Rotterdam waar echt natuurarmoede is. Mensen die tien kilometer moeten fietsen om een beetje fatsoenlijke natuur om zich heen te hebben. Dat kan echt niet meer.”
Klaar met de baksteenverslaving
Veel groen maakt de leefbaarheid van de stad groter, weet Niels. “Dat zie je bijvoorbeeld al gebeuren bij het Coolhavenparkje hier om de hoek. Daar is een uitbundige groenstrook van zeg tien à vijftien meter. Maar je hebt gewoon meteen zin om er tussen te gaan zitten. Je vóelt dat het werkt.”
Maaike reageert: “Nou hè? Dat vind ik ook heel knap gedaan daar. In die toekomstdroom denken we ook aan andere bouwmaterialen. We hebben in Nederland, en zeker in de stad, een baksteenverslaving. Als je vanuit de nationaal park-visie kijkt, zou je eerder kiezen voor bijvoorbeeld een ‘groeiend materiaal’: denk aan een huis gebouwd van lindebomen, die rond een hulpconstructie blijven doorgroeien. Van dit soort natuurlijke bouwwijzen kunnen we nog veel leren.”
Voorbeeldproject
Het natuurinclusief bouwen is nog een ‘jong thema’, ziet ecoloog Vincent. Maar het leuke is: werken die hierin voorop lopen, worden enorme voorbeeldprojecten. Vincent: “Zo’n wijk als Vijfsluizen, daar kijken echt een hoop mensen belangstellend mee.” Vijfsluizen is een nieuwe, duurzame woonwijk in Vlaardingen die Heijmans ontwikkelt. Het uitgangspunt van de gebiedsontwikkeling is de originele bodemsamenstelling. “Dat is radicaal anders dan hiervoor”, zegt Vincent. “Vroeger werd er gewoon een plaatje bedacht en gooiden we rustig de hele bodem overhoop om dat te bereiken. Nu beginnen we met: wat is er al en hoe kunnen we dat systeem behouden en liever nog, versterken?”
En nee, dat doe je niet door een strak grasveldje aan te leggen met bomen er om heen. “Ben je zoiets ooit in de natuur tegengekomen?” vraagt Vincent retorisch. “Nee, daar is de natuur juist gelaagd. Met jonge en oude bomen, grassen, kruiden, mossen. Verder moet je in het beheerplan verankeren dat bladstrooisel blijft liggen. Dat zorgt voor bodemleven en dat is weer gezond voor de beplanting.”
Smaakt naar meer
De samenwerking tussen Heijmans en het Natuurhistorisch Museum smaakt naar meer, daar zijn alle partijen het over eens. Maaike ziet dit pas als het begin; een aftrap van verdere verkenning van dit thema. “De komende jaren blijven we het toekomstgedeelte in de tentoonstelling aanpassen met nieuwe inzichten en inspiratie van anderen.” Verder kijkt ze met bewondering naar hoe het museum mensen bij elkaar brengt. “Als ik zie hoe Niels en het museum Rotterdammers in beweging brengen en als gemeenschap aan zo’n transitie werken, dat vind ik heel inspirerend.”
De tentoonstelling Nationaal Park Rotterdam waaraan Heijmans heeft meegewerkt, is de komende zeven jaar te zien in het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam.