De CO2-uitstoot van bedrijfsactiviteiten bij Heijmans Infra is in de eerste helft van 2017 met 20 procent afgenomen ten opzichte van dezelfde periode in 2016. De daling is het gevolg van vermindering van brandstofverbruik op de projecten en lagere asfaltproductie bij asfaltcentrales. Dat blijkt uit de rapportage die Heijmans Infra elk half jaar uitbrengt in het kader van de CO2-prestatieladder.
De uitstoot in de eerste zes maanden van 2017 bedroeg 20.042 ton, terwijl dat in dezelfde periode vorig jaar 25.130 ton was. Gerelateerd aan de omzet is de CO2-uitstoot met 13 procent gedaald ten opzichte van 2016
Wijze van meten en rapporteren
Om de CO2-uitstoot te meten en rapporteren maakt Heijmans gebruik van scopes.
- Scope 1 betreft de uitstoot veroorzaakt door brandstoffen die Heijmans zelf inkoopt en verbruikt (voornamelijk gas, diesel en benzine)
- Scope 2 omvat CO2-uitstoot als gevolg van elektriciteitsverbruik op projecten (CO2-uitstoot energieproductie/centrales) en zakelijk gebruik privéauto’s en vliegverkeer
- In scope 3 wordt CO2-uitstoot van woon-werkverkeer en openbaar vervoer berekend, binnen de footprint van Heijmans.
Bij het bepalen van de uitstoot in de eerste helft van 2017 is met name gekeken naar activiteiten die vallen binnen scope 1 (en in mindere mate) scope 2. Deze activiteiten voorzaken de meeste uitstoot en zijn met maatregelen verder bij te sturen.
- Scope 1: Brandstoffen
Het grootste deel van de uitstoot binnen Infra wordt veroorzaakt door leaseauto’s, uitvoering van projecten en in asfaltcentrales. De afname van 20 procent (ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar) is hoofdzakelijk het gevolg van veranderingen bij ‘brandstof projecten’ en ‘asfaltcentrales’. Dat laatste loopt parallel aan de lagere asfaltproductie in deze periode.
- Scope 2: Elektriciteit en zakelijke kilometers
De CO2-uitstoot als gevolg van elektriciteitsverbruik en zakelijk verreden kilometers vormt nog maar 0,5 procent van de totale CO2-emissie. De geringe bijdrage van het elektriciteitsverbruik wordt veroorzaakt door het gebruik van Nederlandse groene stroom. Hiervoor geldt een conversiefactor van nul. De uitstoot binnen scope 2 is in de eerste helft van 2017 vooral bij het zakelijk verkeer afgenomen ten opzichte van die periode in 2016.
- Scope 3: Woonwerkverkeer en openbaar vervoer
De CO2-uitstoot in scope 3 levert een geringe bijdrage aan de totale footprint (5 procent). Deze blijft nagenoeg gelijk met het voorgaande halfjaar.
Doelstelling 2016-2020
Heijmans heeft de ambitie om de CO2-emissie, gerelateerd aan de omzet, in vier jaar minimaal 10 procent te laten afnemen en hanteert 2016 als referentiejaar voor zowel emissie als omzet.
Meer aandacht voor reductiemaatregelen
De CO2 prestatieladder vraagt steeds meer aandacht voor de CO2-uitstoot in de keten (van productie tot en met realisatie door Heijmans). Daarbij is het belangrijk dat Heijmans samen met ketenpartners onderzoekt hoe CO2-uitstoot in de keten kan worden verlaagd. Om meer inzicht te krijgen in de uitstoot voert Heijmans ketenanalyses uit in samenwerking met belangrijk ketenpartners (die veel CO2-uitstoot veroorzaken). In april 2017 is overleg geweest met ketenpartners die actief zijn in grondverzet. Gezamenlijk wordt aan een CO2-reductie strategie gewerkt.
Scope 3 ketenanalyse
Gelet op het certificaat heeft Heijmans twee ketenanalyses uitgevoerd (volgens handboek 3.0) eind 2016 en begin 2017, te weten; 'Reductie CO2 in de asfaltketen' en 'Uitvoeren van CO2 reductieplannen met betonmortel'.
Reductie CO2 in de asfaltketen
In de afgelopen jaren zijn bij het project VOC Noord Brabant asfalttransporten onder de loep genomen en geanalyseerd. Door een goede afstemming tussen frezen, transport, asfalteren en asfaltproductie is op dit project een reductie van 5 procent behaald op de CO2-uitstoot. De analyse heeft overigens ook aangetoond dat deze reductie bij kleinere projecten niet haalbaar is, omdat transportvolumes te klein zijn. Desalniettemin blijft Heijmans op volle retourvrachten sturen binnen het asfalttransport (asfalt aanvoeren en freesmateriaal afvoeren). Daarnaast verbeteren wij de afstemming tussen productie, transport en verwerking. Door dit proces beter op elkaar af te stemmen worden wachttijden op de projecten en productie overschotten voorkomen.
Uitvoeren van CO2 reductieplannen met betonmortel
Bij de toepassing van de juiste betonmengsels is een CO2-reductie te behalen. Doordat de afstemming tussen bestelling van betonmortel, de betonproductie en verwerking niet goed is ingeregeld ontstaat er verspilling en worden niet altijd de optimale mengsels toegepast in de projecten. Om dit proces beter op elkaar af te stemmen kan de kwaliteit van de projecten worden vergroot en de CO2-uitstoot verder verlaagd. Voorwaarde hierbij is dat vooraf goede afspraken worden gemaakt over productie en leveranties. Tevens moet de toepassing van de verschillende mengsels nauwkeuriger worden opgevolgd. Daarvoor is de procedure 'Inkopen beton op prestatie' ontwikkeld en voor een deel al toegepast op de nieuwe projecten. In de 2e helft van 2017 wordt de handleiding officieel vastgesteld en geborgd in het inkoopproces.
Projecten
In 2017 had Heijmans 19 projecten in uitvoering, met gunningvoordeel door de CO2 prestatieladder. Twee van deze projecten werden in 2017 afgerond. Binnen de 19 projecten is in 2017 circa 1.647 ton CO2 uitgestoten. Dit komt overeen met ruim 8 procent van de totale uitstoot (20.042 ton).
Vooruitblik
Begin 2017 heeft Heijmans de prestaties vergeleken met de doelstelling, zoals verwoord in het Energie Management Plan (EMP) 2012 - 2016. Daaruit is gebleken dat de doelstelling niet is behaald. Voor de periode 2017 – 2020 is een nieuw EMP opgesteld, waarin de nieuwe reductiedoelstelling (10 procent CO2-reductie gerelateerd aan de omzet ten opzichte van 2016) met bijbehorende maatregelen is opgenomen. Met de beoogde maatregelen wil Heijmans 6 procent CO2-reductie halen bij de leaseauto’s, 2 procent op projecten en 2 procent bij productie en verwerking van asfalt in die periode (2017-2020).
Ondertussen gaat Heijmans onverminderd verder met het verwezenlijken van haar brede duurzaamheidambitie, door het inzicht verder te vergroten, innovaties ontwikkelen, medewerkers te betrekken bij de doelstellingen en ruimte bieden voor goede ideeën en eigen initiatieven. Daarnaast blijft samenwerking in de keten belangrijk in het behalen van CO2-reductie.