Belastingkantoor Laan op Zuid
Eerste in zijn soort
In Rotterdam renoveren we het voormalige belastingkantoor aan Laan op Zuid 45. In de vier torens met een oppervlakte van 54.000 m2 huisvesten vanaf medio 2021 de Belastingdienst, Douane, Rijkswaterstaat, Dienst Uitvoering Onderwijs en de Raad voor de Kinderbescherming. Een project met constructieve hoogstandjes en logistieke uitdagingen. Technisch manager Sjoerd Onderwater neemt ons mee langs kammen, sparingen en prachtige vergezichten.
Ting. De liftdeur schuift open. Op de twaalfde verdieping ontmoeten we Sjoerd Onderwater. De technisch manager vervult ook de rol van omgevingsmanager en is daarmee het aanspreekpunt voor omwonenden. “We lopen op schema. Corona heeft gelukkig nauwelijks invloed op onze planning. Wel krijgen we nu meer belletjes met klachten uit de buurt omdat meer mensen thuiswerken,” zegt Sjoerd.
In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf transformeert Heijmans hier het belastingkantoor tot kantoor voor vijf rijksdiensten: de Belastingdienst, Douane, Rijkswaterstaat, Dienst Uitvoering Onderwijs en de Raad voor de Kinderbescherming. Volgens de richtlijnen moeten in nieuwe rijkskantoren meerdere organisaties kunnen huisvesten. Deze nieuwe manier van inrichten zorgt voor een kostenbesparing van de rijkshuisvesting.
Het kantoor aan de Laan op Zuid is het eerste in Nederland met een rijksbalie, dat is ondergebracht in een nieuw atrium aan de binnenhof. Voordeel hiervan is dat mensen nu op één locatie bij meerdere diensten terecht kunnen. Richting de stad krijgt het gebouw een levendige plint met vergader- en aanlandvoorzieningen. Na de oplevering verzorgt Heijmans voor anderhalf jaar het onderhoud.
Met een kop koffie in onze hand staan we op de twaalfde verdieping. Het uitzicht is geweldig. We zien de Rijnhaven, de Erasmusbrug en de Hef. Sjoerd: “Het is een fantastische plek om te werken. We staan nu in toren twee. In totaal zijn er vier torens, of kammen (A, B, C en D) zoals wij ze noemen. Kantoortoren B is net voor de bouwvak opgeleverd. Door de gebruikers is vervolgens alles ingericht en tegelijkertijd is de derde toren leeggemaakt, zodat wij daar nu kunnen bouwen.”
Twaalf verdiepingen lager loopt de drukke Rotterdamse verkeersader Laan op Zuid. Volgens Sjoerd vergt binnenstedelijk bouwen extra veel denkwerk. “Bij dit project is dat niet anders”, aldus de technisch manager. “Laan op Zuid sluit je niet zomaar af, ook niet voor een groot bouwproject. De zoektocht naar een geschikte laad- en loslocatie van materialen duurde lang. Uiteindelijk kregen we toestemming om de in- en uitvoegstrook van de nachtbus te gebruiken.
Een grote bouwlift die tegen gevel staat vervoert de aangevoerde materialen omhoog. Ons personeel maakt gebruikt van drie bestaande liften in het pand. Een ander aandachtspunt was het parkeren. Gedurende het project werd in deze wijk betaald parkeren ingevoerd. Met meer dan honderd medewerkers is dat toch wel een ding. Nu is er een deal gemaakt met de uitbater van een parkeerterrein even verderop. Blij dat ook dat opgelost is.”
Het project is in twee delen geknipt: de renovatie van de kantoren en het opnieuw inrichten van de plint. Sjoerd: “We doen de torens en de plint gelijktijdig volgens een afgestemde fasering. De vier kammen zijn identiek en vrij rechttoe-rechtaan. We renoveren ze van boven naar beneden. Eerst slopen we alle wanden, installaties en plafonds eruit. Hierna begint de bouw.”
Heijmans renoveert één toren per keer, terwijl de andere drie in gebruik blijven. Dit vergt een gedegen voorbereiding. “Je kan niet even een stofwand plaatsen en beginnen met slopen terwijl aan de andere kant mensen aan het werk zijn. Voordat we starten met onze werkzaamheden sluiten we ‘onze’ toren hermetisch af van de aangrenzende torens. Op deze manier creëren we een bouw- en gebruiksgebied met een volwaardige brandscheiding. Dan starten we met het verwijderen van de plafonds. Hierna slopen we de wanden, vloerbekleding en installaties. Dan begint de opbouw. We monteren eerst alle nieuwe installaties, dan het plafond en wanden. Als laatste werken we de vloeren af. En dat doen we dan maal vier.”
In eerste instantie moesten we de installaties hergebruiken. Maar tijdens het slopen van kam A kwamen we veel verborgen gebreken tegen boven het plafond. Daarop is besloten ook alle installaties te vernieuwen. Alle wandgoten met stopcontacten zijn wel hergebruikt. Ondanks dit meerwerk is de eerste toren volgens afspraak opgeleverd. Daar ben ik trots op.”
Uitdagend was de constructie van het Rijksbaliegebied. Want hoe bouw je een atrium van twee verdiepingen met verschillende nog niet bestaande doorgangen op een bestaande parkeergarage? “De realisatie van het atrium heeft ons hoofdbrekens gekost. De ondergrondse parkeergarage en naastgelegen metrobuis kunnen het gewicht van zware bouwmachines niet aan. Een torenkraan plaatsen op Laan op Zuid kon ook niet. De staalconstructie met losse kranen over het pand hijsen was ook kansloos, omdat die optie teveel gevaar opleverden voor voetgangers en fietsers.”
Drie minikranen bleken de oplossing. “Nadat we de exacte positie van de metrobuis hadden achterhaald, konden we de minikranen op een veilige plek neerzetten. Via de naast gelegen galleria zijn de stalen profielen naar het bouwterrein aangevoerd. Toen de fundatie van de ondergrondse parkeergarage voldoende was verstevigd kon de bouw van het atrium beginnen.” Maar hiermee was de klus nog niet geklaard. De nieuwe entree van het kantoor was de volgende hindernis.
Hiervoor moest het bouwteam een gat zagen in een muur waarop veertien verdiepingen rustte. Een monsterklus waar in totaal zeven constructeurs aan hebben gerekend. “Voordat we hier een sparing konden maken, zijn verschillende constructieve aanpassingen gedaan op de bovenliggende verdiepingen. Verder zijn een deel van de wanden en kolommen verstevigd. En is met röntgenapparatuur alle wapening in het beton gecheckt. Theoretisch was alles doorberekend. Je wilt niks aan het lot overlaten. Eigenlijk kon er niks mis gaan. Toch was het zagen een spannend moment.”
“Voor de vakman die de zaag bediende was het de normaalste zaak van de wereld. Hij zei letterlijk: ‘Ik moet zo schaften, dus wanneer mag ik nou eens beginnen met zagen.’ Dat was een heerlijke nuchtere uitspraak en haalde wel wat druk van de ketel. Tijdens het zagen is de hulp ingeschakeld van onze afdeling Span- en verplaatsingstechnieken. Het gat werd tijdens het zagen ondersteund door hun vijzels. Toen de muur volledig door was gezaagd, zagen we de druk op de vijzels iets toenemen. Uiteindelijk bleek het gebouw maar twee millimeter gezakt. Ruim binnen de veilige marge. Daarmee was de grootste hobbel van dit project genomen. Voor mij met recht de parel van ons project.”
Torens A en B zijn klaar. In toren C wordt nu volop gewerkt. In toren D zit een extra hobbel. Hierin zetelt straks de facilitaire dienst inclusief de beveiliging van het hele pand. Die afdeling is moeilijk te verhuizen, omdat hun afdeling aan bepaalde veiligheidscriteria moet voldoen. “Ook daar vinden we zeker een oplossing voor. Als toren D is opgeleverd verplaatsen we als laatste de Main Equipment Room (MER-ruimte) waar de centrale ICT apparatuur is geplaats en het internet binnenkomt.”
“Het project is halverwege en het moeilijkste constructieve deel ligt achter ons. Het rijksbaliegebied leveren we begin september op. Volgend jaar zomer volgt de rest van het pand. We zijn in het begin door een diep dal gegaan om alles op de rit te krijgen. Ik ben trots op waar we nu staan. Zowel de opdrachtgever als de gebruikers zijn tevreden. En daar doe je het voor. Echt gaaf om zo’n klus voor elkaar te boksen met elkaar.”