Skip to content
bert_dirrix_michiel_jongmans_arie_van_der_neut2.jpg
Hoe staat het met... Greenville & Vestibule

Levendig wonen in stadsnatuur

8 juni 2019

Utrecht wil een stad zijn van gezond stedelijk leven voor iedereen. Wat heeft de bouw nodig om daar een handje bij te helpen? Collega Michiel Jongmans en architecten Bert Dirrix en Arie van der Neut laten zien hoe zij dit doen met de wooncomplexen Greenville en Vestibule in Leidsche Rijn Centrum.

Waar straks appelbomen bloeien en siergrassen wuiven, ligt nu een enorme berg zand met daarop graafmachines in allerlei posities. Door die bult zien de overburen van boerderij en kunstwerkplaats De Vrijstaat nét de bouwkuip niet van woningbouwproject Greenville. Ze zijn er wel nieuwsgierig naar: wie wonen daar straks?

“Mensen die én graag natuur én graag levendigheid om zich heen willen”, denkt Michiel Jongmans, commercieel regiomanager van Heijmans. Over pakweg een jaar kijkt de boerderij uit op een groene oase: een naar het oosten getrapt oplopend gebouw met 123 woningen, overdekt met bomen en planten, met een park voor de deur. “Het groen van beide plekken loopt straks geleidelijk in elkaar over.”

michiel_jongmans.jpg
Commercieel regiomanager Michiel Jongmans in de keet van project Greenville.

Bijdrage

En dat naast een winkelcentrum én vlakbij een treinstation: Greenville verrijst op een van de laatste open plekken in het zuiden van Leidsche Rijn Centrum. Dit nieuwe stuk Utrecht is de grootste nieuwbouwlocatie van Nederland: tot 2025 verrijzen hier 33.000 woningen voor ongeveer 100.000 mensen.

Daar draagt Heijmans aan bij met twee projecten. Naast Greenville sleepte Michiel met zijn collega’s ook de opdracht binnen voor de kavel direct aan de overkant: Vestibule. Dit complex van 48 stadslofts, appartementen en penthouses verwelkomt over twee jaar zijn bewoners. Heijmans kreeg het werk gegund vanwege de ‘architectonische kwaliteit en hoogwaardige duurzaamheid’ van het plan.

Ontmoeten in het groen

De hoofdontwerpers ontmoeten Michiel in de keet van Greenville: Bert Dirrix en Arie van der Neut. Zij werkten in diverse samenstellingen aan de plannen. Dirrix brengt de rode draad aan in het ontwerp van Greenville, een samenwerking tussen Bedaux de Brouwer Architecten, Hilberink Bosch Architecten en zijn eigen diederendirrix.

Arie van der Neut werkt als partner bij Studioninedots aan Vestibule. Landschapsarchitecten Flux tekende in beide projecten voor het groenontwerp, en Jo Coenen Architects en Urbanists voor het stedenbouwkundig plan.

arie_van_der_neut_en_bert_dirrix.jpg
Architecten Arie van der Neut van Studioninedots en Bert Dirrix van diederendirrix.

Ontmoeting en groen zijn de uitgangspunten van beide projecten, vertellen de drie. Arie van der Neut klapt het tenderboek open om zijn ontwerp toe te lichten: “Vestibule is een van drie appartementencomplexen aan het toekomstige Park Leeuwesteyn en aan de Madridstraat. Aan de ene kant zien bewoners groen, aan de andere kant de dynamiek van een straat.

Omdat je op die dynamiek aan wilt sluiten en een zogenaamde ‘dode plint’ wilt vermijden, ontwierpen we een glazen voorportaal oftewel vestibule als centrale entree. Met heel veel planten, zodat je vanaf de straat een groene wand ziet. In de vestibule komt iedereen binnen, voor je naar je eigen woning gaat. En ontmoet je elkaar, is er activiteit, gebeurt er altijd iets.”

leidsche_rijn_vestibule_greenville.jpg

Krans van groen

Weelderige beplanting is het andere kenmerk van het ontwerp. “Vestibule is als het ware omringd door een krans van groen”, vertelt Arie. “Zo kijk je vanuit je huis of je privé-buitenruimte altijd uit op bomen of planten. En is voor elke bewoner de nabijheid van Park Leeuwesteyn en Hof van Monaco, met boerderij De Vrijstaat, voelbaar.”

Groen op en rond het gebouw draagt volgens Arie ook bij aan het bufferen van geluid, fijnstof en een hoge temperatuur in de zomer. “Een met planten begroeide bodem laat bovendien water vertraagd in de bodem zakken, waardoor je piekbelasting van het riool vermijdt. Natuur in de directe nabijheid van je woonplek voegt kwaliteit toe, groen om je heen doet je fijner voelen.”

Vestibule Leidsche Rijn Centrum Utrecht Heijmans vastgoed visual.jpg
De wens van de gemeente Utrecht om nieuwe gebouwen aan te laten sluiten op de klassieke stijl van de omgeving is bij Vestibule op een bijzondere manier vormgegeven: cannelures (de verticale geulen of groeven in de schacht van een klassieke zuil), zijn ingezet als golvende banden over het hele gebouw.

Gezond stedelijk leven

Als commercieel regiomanager heeft Michiel scherp zicht op de opgaven waar de vierde stad van Nederland voor staat. “Het is de snelst groeiende stad van ons land. Om dat op een goeie manier op te vangen, heeft Utrecht een visie op gezond stedelijk leven ontwikkeld. Utrecht wil een stad zijn waar ontmoeting vanzelfsprekend is, met groen, kwaliteit en duurzaamheid als norm.”

Van deze torenhoge ambitie kijkt Michiel niet vreemd op. “Voor minder doe je het toch niet? Als Heijmans voeg je zaken aan de omgeving toe die er voor misschien wel honderd jaar blijven staan. Een grote verantwoordelijkheid, maar tegelijkertijd ook een prachtige opgave. Ik ben trots op de extreem goede duurzaamheidsprestaties in combinatie met de zeer hoogwaardige architectuur. Duurzaamheid en kwaliteit gaan hier hand in hand.”

Waarde toevoegen

Ook is er ingezet op duurzame (deel)mobiliteit. Arie: “Een elektrische deelauto voor alle bewoners ontmoedigt op z’n minst het nemen van een tweede auto. Een gezonde stad maken is best lastig als je er per inwoner een of twee auto’s bij krijgt. En echt duurzaam vind ik de flexibiliteit van Vestibule: als je ouder en minder fit wordt en hier wilt blijven, is de woning daar al op voorbereid. Je hoeft niet groots te verbouwen, omdat er al in het ontwerp rekening is gehouden met toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen.”

Zo maken we een open, groene omgeving

Bert schetst hoe het ontwerp voor Greenville op de wens voor gezond stedelijk leven inspeelt: “Op deze plek, eigenlijk een vierkantje op de kaart, braken we de boel open: in plaats van een massief blok is dit een terrasvormig, halfopen gebouw en zijn de tuinen het appartementencomplex ingetrokken. Zo maken we een open, groene omgeving, middenin het stedelijke Leidsche Rijn Centrum.

We hebben de schaduw zoveel mogelijk uitgebannen. Alle woningen hebben zicht op het park en de groene binnenhoven, en op de omringende bebouwing van zowel het winkelcentrum als de boerderij hier tegenover. En in het groen ontmoet je elkaar, in de gemeenschappelijke binnentuinen, die grenzen aan de privé-buitenruimtes. Daar voegt bureau Flux ecologische waarde aan toe: insecten, vogels, vlinders en kleine dieren krijgen in Greenville ook hun eigen habitat.”

bert_dirrix_diederendirrix_greenville_utrecht.jpg

Grotere schaal

Hoe zou de gemeente Utrecht beter kunnen samen werken met ontwerpers en bouwers? Daar heeft Michiel wel een visie op: “Leidsche Rijn wordt grotendeels per kavel bebouwd, elke keer wordt een klein stukje verkocht. Daardoor zijn wel alle ambities voor een gezond leefomgeving opgestapeld op één plot, alles komt neer op één gebouw.

Als je per kavel om een gezondheid bevorderende bebouwing vraagt, zijn onze middelen beperkt. Je hebt veel meer impact als je op grotere schaal kunt werken.” Hij wijst ook op de kwestie van duurzame energie: dit moet nu in een klein gebied worden opgewekt, terwijl een grotere schaal veel meer en slimmere mogelijkheden biedt.

leidsche_rijn_centrum_heijmans_visual_2_nieuws_.jpg
Greenville verbindt het groen, de omringende bebouwing en de glooiingen van het landschap met elkaar. De getrapte gevels vol terrassen vormen een driedimensionaal plantsoen. Kenmerkend is het hoogteverschil van het gebied, waar het ontwerp optimaal gebruik van maakt en waarbij het groen van de openbare stadstuin aansluit op de private binnentuinen van het project, en andersom.

Arie knikt: “Zo zie je dat onder ieder bouwblok een parkeergarage wordt gegraven, in plaats van bijvoorbeeld een modulaire parkeergarage te maken voor een groot gebied, die je op een gegeven moment kan verplaatsen als de parkeerbehoefte afneemt. Of een gebouw dat te transformeren is naar een andere functie, dát is pas toekomstbestendig.”

Formeel vs informeel

Gebiedsontwikkeling verloopt tegenwoordig veel organischer, zien Michiel, Bert en Arie. “Veel informeler en losser”, ziet Bert. “Een stad maken zoals hier in Leidsche Rijn is gebeurd, zo top down en formeel, komt niet meer voor. Een echt gezonde en duurzame stad is er eentje die door de gemeenschap is gemaakt. Waar mensen zich eigenaar voelen van hun leefomgeving, er persoonlijk invloed op uitoefenen. Waar ze zelf de beplanting kiezen, en het ook zelf onderhouden en beheren.”

Arie: “Eens! Formeel en informeel kun je zien als marsmuziek en jazz: in jazz is ruimte voor improvisatie en in een mars liggen alle ritmes vast. Ruimte laten, niet alle witte plekken van tevoren invullen, is noodzakelijk om gezonde buurten te maken. Als je in Leidsche Rijn een moestuin wilt beginnen, kan dat niet. Hier is elk stukje grond al bestemd. Ruimte laten voor dingen die nog komen, ook al weet je niet welke, is daarom verstandiger. Je kunt namelijk niet voorspellen wat mensen later willen. Veranderingen gaan steeds sneller. De opgaven waar we nu voor staan, zijn totaal anders dan toen ik begon als architect.”

leische_rijn_greenville_vestibule2.jpg

Bert: “Daarom werk ik graag met wat er al is. Niet teveel slopen, maar kijken wat je kunt transformeren. Ook dat is duurzaam. Alles wat een stad interessant maakt, breng je als architect bij elkaar, zodat allerlei mensen op een goede manier in de stad kunnen wonen.”

Volgens Bert vraagt dit flexibiliteit van de sector: “Inspelen op wat er al is en dan kijken hoe je daar functies aan kan toevoegen. De verhalen van de bewoners en buurten goed beluisteren en zo meedenken over wat het volgende hoofdstuk kan zijn.” Michiel: “En de wensen van toekomstige kopers of huurders kennen en met je keuzes daarop reageren in de juiste omgeving. Dat is ons vak.”

Ruimte om te dansen

De drie geven aan hun werk nog beter te kunnen doen als er door lokaal bestuur preciezer wordt benoemd wat voor hen een gezonde leefomgeving is – zoals een norm voor biodiversiteit, of voor duurzaamheid. Arie: “Vraag precies uit wat je nodig hebt en als je vraagt om kwaliteit, beloon dat dan ook. Nu zijn de ambities torenhoog en wordt uiteindelijk toch gegund op prijs.”

Michiel vult aan dat een precies omschreven uitvraag hem als ontwikkelaar uitdaagt tot een beter antwoord, buiten de lijntjes kleuren. Met de kanttekening dat er “ruimte nodig blijft om te bewegen, niet teveel regels.”

De tijd zit erop. Arie, Bert en Michiel lopen naar hun auto’s op het erf van boerderij De Vrijstaat, straks een aantrekkelijke buurman voor de nieuwe bewoners van Greenville en Vestibule. “Wat een mooi stuk historie middenin dit nieuwe stuk stad”, glimlachen Arie en Bert eensgezind. “Dit is nu wat we bedoelen met informaliteit. Zo’n monument op deze plek geeft het gebied identiteit en moet je behouden. Een onverwachtse bijdrage aan deze plek geeft veel kwaliteit.”