Utrecht wil een stad zijn van gezond stedelijk leven voor iedereen. Wat heeft de bouw nodig om daar een handje bij te helpen? Collega Michiel Jongmans en architecten Bert Dirrix en Arie van der Neut laten zien hoe zij dit doen met de wooncomplexen Greenville en Vestibule in Leidsche Rijn Centrum.
Waar straks appelbomen bloeien en siergrassen wuiven, ligt nu een enorme berg zand met daarop graafmachines in allerlei posities. Door die bult zien de overburen van boerderij en kunstwerkplaats De Vrijstaat nƩt de bouwkuip niet van woningbouwproject Greenville. Ze zijn er wel nieuwsgierig naar: wie wonen daar straks?
āMensen die Ć©n graag natuur Ć©n graag levendigheid om zich heen willenā, denkt Michiel Jongmans, commercieel regiomanager van Heijmans. Over pakweg een jaar kijkt de boerderij uit op een groene oase: een naar het oosten getrapt oplopend gebouw met 123 woningen, overdekt met bomen en planten, met een park voor de deur. āHet groen van beide plekken loopt straks geleidelijk in elkaar over.ā
Bijdrage
En dat naast een winkelcentrum Ć©n vlakbij een treinstation: Greenville verrijst op een van de laatste open plekken in het zuiden van Leidsche Rijn Centrum. Dit nieuwe stuk Utrecht is de grootste nieuwbouwlocatie van Nederland: tot 2025 verrijzen hier 33.000 woningen voor ongeveer 100.000 mensen.
Daar draagt Heijmans aan bij met twee projecten. Naast Greenville sleepte Michiel met zijn collegaās ook de opdracht binnen voor de kavel direct aan de overkant: Vestibule. Dit complex van 48 stadslofts, appartementen en penthouses verwelkomt over twee jaar zijn bewoners. Heijmans kreeg het werk gegund vanwege de āarchitectonische kwaliteit en hoogwaardige duurzaamheidā van het plan.
Ontmoeten in het groen
De hoofdontwerpers ontmoeten Michiel in de keet van Greenville: Bert Dirrix en Arie van der Neut. Zij werkten in diverse samenstellingen aan de plannen. Dirrix brengt de rode draad aan in het ontwerp van Greenville, een samenwerking tussen Bedaux de Brouwer Architecten, Hilberink Bosch Architecten en zijn eigen diederendirrix.
Arie van der Neut werkt als partner bij Studioninedots aan Vestibule. Landschapsarchitecten Flux tekende in beide projecten voor het groenontwerp, en Jo Coenen Architects en Urbanists voor het stedenbouwkundig plan.
Ontmoeting en groen zijn de uitgangspunten van beide projecten, vertellen de drie. Arie van der Neut klapt het tenderboek open om zijn ontwerp toe te lichten: āVestibule is een van drie appartementencomplexen aan het toekomstige Park Leeuwesteyn en aan de Madridstraat. Aan de ene kant zien bewoners groen, aan de andere kant de dynamiek van een straat.
Omdat je op die dynamiek aan wilt sluiten en een zogenaamde ādode plintā wilt vermijden, ontwierpen we een glazen voorportaal oftewel vestibule als centrale entree. Met heel veel planten, zodat je vanaf de straat een groene wand ziet. In de vestibule komt iedereen binnen, voor je naar je eigen woning gaat. En ontmoet je elkaar, is er activiteit, gebeurt er altijd iets.ā
Krans van groen
Weelderige beplanting is het andere kenmerk van het ontwerp. āVestibule is als het ware omringd door een krans van groenā, vertelt Arie. āZo kijk je vanuit je huis of je privĆ©-buitenruimte altijd uit op bomen of planten. En is voor elke bewoner de nabijheid van Park Leeuwesteyn en Hof van Monaco, met boerderij De Vrijstaat, voelbaar.ā
Groen op en rond het gebouw draagt volgens Arie ook bij aan het bufferen van geluid, fijnstof en een hoge temperatuur in de zomer. āEen met planten begroeide bodem laat bovendien water vertraagd in de bodem zakken, waardoor je piekbelasting van het riool vermijdt. Natuur in de directe nabijheid van je woonplek voegt kwaliteit toe, groen om je heen doet je fijner voelen.ā
Gezond stedelijk leven
Als commercieel regiomanager heeft Michiel scherp zicht op de opgaven waar de vierde stad van Nederland voor staat. āHet is de snelst groeiende stad van ons land. Om dat op een goeie manier op te vangen, heeft Utrecht een visie op gezond stedelijk leven ontwikkeld. Utrecht wil een stad zijn waar ontmoeting vanzelfsprekend is, met groen, kwaliteit en duurzaamheid als norm.ā
Van deze torenhoge ambitie kijkt Michiel niet vreemd op. āVoor minder doe je het toch niet? Als Heijmans voeg je zaken aan de omgeving toe die er voor misschien wel honderd jaar blijven staan. Een grote verantwoordelijkheid, maar tegelijkertijd ook een prachtige opgave. Ik ben trots op de extreem goedeĀ duurzaamheidsprestatiesĀ in combinatie met de zeer hoogwaardige architectuur. Duurzaamheid en kwaliteit gaan hier hand in hand.ā
Waarde toevoegen
Ook is er ingezet op duurzame (deel)mobiliteit. Arie: āEen elektrische deelauto voor alle bewoners ontmoedigt op zān minst het nemen van een tweede auto. Een gezonde stad maken is best lastig als je er per inwoner een of twee autoās bij krijgt. En echt duurzaam vind ik de flexibiliteit van Vestibule: als je ouder en minder fit wordt en hier wilt blijven, is de woning daar al op voorbereid. Je hoeft niet groots te verbouwen, omdat er al in het ontwerp rekening is gehouden met toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen.ā
Zo maken we een open, groene omgeving
Bert schetst hoe het ontwerp voor Greenville op de wens voor gezond stedelijk leven inspeelt: āOp deze plek, eigenlijk een vierkantje op de kaart, braken we de boel open: in plaats van een massief blok is dit een terrasvormig, halfopen gebouw en zijn de tuinen het appartementencomplex ingetrokken. Zo maken we een open, groene omgeving, middenin het stedelijke Leidsche Rijn Centrum.
We hebben de schaduw zoveel mogelijk uitgebannen. Alle woningen hebben zicht op het park en de groene binnenhoven, en op de omringende bebouwing van zowel het winkelcentrum als de boerderij hier tegenover. En in het groen ontmoet je elkaar, in de gemeenschappelijke binnentuinen, die grenzen aan de privĆ©-buitenruimtes. Daar voegt bureau Flux ecologische waarde aan toe: insecten, vogels, vlinders en kleine dieren krijgen in Greenville ook hun eigen habitat.ā
Grotere schaal
Hoe zou de gemeente Utrecht beter kunnen samen werken met ontwerpers en bouwers? Daar heeft Michiel wel een visie op: āLeidsche Rijn wordt grotendeels per kavel bebouwd, elke keer wordt een klein stukje verkocht. Daardoor zijn wel alle ambities voor een gezond leefomgeving opgestapeld op Ć©Ć©n plot, alles komt neer op Ć©Ć©n gebouw.
Als je per kavel om een gezondheid bevorderende bebouwing vraagt, zijn onze middelen beperkt. Je hebt veel meer impact als je op grotere schaal kunt werken.ā Hij wijst ook op de kwestie van duurzame energie: dit moet nu in een klein gebied worden opgewekt, terwijl een grotere schaal veel meer en slimmere mogelijkheden biedt.
Arie knikt: āZo zie je dat onder ieder bouwblok een parkeergarage wordt gegraven, in plaats van bijvoorbeeld een modulaire parkeergarage te maken voor een groot gebied, die je op een gegeven moment kan verplaatsen als de parkeerbehoefte afneemt. Of een gebouw dat te transformeren is naar een andere functie, dĆ”t is pas toekomstbestendig.ā
Formeel vs informeel
Gebiedsontwikkeling verloopt tegenwoordig veel organischer, zien Michiel, Bert en Arie. āVeel informeler en losserā, ziet Bert. āEen stad maken zoals hier in Leidsche Rijn is gebeurd, zo top down en formeel, komt niet meer voor. Een echt gezonde en duurzame stad is er eentje die door de gemeenschap is gemaakt. Waar mensen zich eigenaar voelen van hun leefomgeving, er persoonlijk invloed op uitoefenen. Waar ze zelf de beplanting kiezen, en het ook zelf onderhouden en beheren.ā
Arie: āEens! Formeel en informeel kun je zien als marsmuziek en jazz: in jazz is ruimte voor improvisatie en in een mars liggen alle ritmes vast. Ruimte laten, niet alle witte plekken van tevoren invullen, is noodzakelijk om gezonde buurten te maken. Als je in Leidsche Rijn een moestuin wilt beginnen, kan dat niet. Hier is elk stukje grond al bestemd. Ruimte laten voor dingen die nog komen, ook al weet je niet welke, is daarom verstandiger. Je kunt namelijk niet voorspellen wat mensen later willen. Veranderingen gaan steeds sneller. De opgaven waar we nu voor staan, zijn totaal anders dan toen ik begon als architect.ā
Bert: āDaarom werk ik graag met wat er al is. Niet teveel slopen, maar kijken wat je kunt transformeren. Ook dat is duurzaam. Alles wat een stad interessant maakt, breng je als architect bij elkaar, zodat allerlei mensen op een goede manier in de stad kunnen wonen.ā
Volgens Bert vraagt dit flexibiliteit van de sector: āInspelen op wat er al is en dan kijken hoe je daar functies aan kan toevoegen. De verhalen van de bewoners en buurten goed beluisteren en zo meedenken over wat het volgende hoofdstuk kan zijn.ā Michiel: āEn de wensen van toekomstige kopers of huurders kennen en met je keuzes daarop reageren in de juiste omgeving. Dat is ons vak.ā
Ruimte om te dansen
De drie geven aan hun werk nog beter te kunnen doen als er door lokaal bestuur preciezer wordt benoemd wat voor hen een gezonde leefomgeving is ā zoals een norm voor biodiversiteit, of voor duurzaamheid. Arie: āVraag precies uit wat je nodig hebt en als je vraagt om kwaliteit, beloon dat dan ook. Nu zijn de ambities torenhoog en wordt uiteindelijk toch gegund op prijs.ā
Michiel vult aan dat een precies omschreven uitvraag hem als ontwikkelaar uitdaagt tot een beter antwoord, buiten de lijntjes kleuren. Met de kanttekening dat er āruimte nodig blijft om te bewegen, niet teveel regels.ā
De tijd zit erop. Arie, Bert en Michiel lopen naar hun autoās op het erf van boerderij De Vrijstaat, straks een aantrekkelijke buurman voor de nieuwe bewoners van Greenville en Vestibule. āWat een mooi stuk historie middenin dit nieuwe stuk stadā, glimlachen Arie en Bert eensgezind. āDit is nu wat we bedoelen met informaliteit. Zoān monument op deze plek geeft het gebied identiteit en moet je behouden. Een onverwachtse bijdrage aan deze plek geeft veel kwaliteit.ā