Energietransitie
Elektrisch aangedreven bouwmachines stoten minder stikstof en CO2 uit en staan in de toekomst op elke bouwplaats. Zo neemt Heijmans in 2023 achttien elektrische machines in gebruik, van rupskranen en wielladers tot walsen. Kostbare maar noodzakelijke investeringen. En hoe zorg je voor tijdig voldoende stroom op bouwlocaties? Drie Heijmans-medewerkers nemen je mee in de elektrificatie van de materieelvloot.
āOnze ambitie is om na 2030 volledig emissieloos te bouwenā, zegt Math Dohmen, adviserend directeur infra. āZwaar bouwmaterieel, zoals grondverzet- en funderingsmachines, zijn grote uitstoters op de bouwplaats. Daarom investeren wij fors in de transitie naar elektrificering van dat materieel. Daarbij wordt de traditionele verbrandingsmotor vervangen door Ć©Ć©n of meerdere elektromotoren. De benodigde stroom wordt opgewekt met accuās. Deze ambitie is onderdeel van ons EnergieManagementPlan, waarmee we CO2-uitstoot en andere emissies terugdringen en ons werk verduurzamen.ā
āElektrificatie van bouwmaterieel is de toekomst. Voor iedereen, niet alleen voor Heijmans,ā stelt Twan Maas, bedrijfsleider bij Heijmans Materieel Beheer. āDankzij onze investeringen en innovaties, zoals de elektrische draadkraan rijden we mee in de kopgroep. Het aanbod en de infrastructuur hiervan ontwikkelt zich continu. Zowel op technisch vlak als op het gebied van normen en richtlijnen.ā
āVeel klanten vragen er omā, vult senior inkoper Peter Schellekens aan. āDit helpt ons bij het realiseren van onze ambitie. Omdat nog niet iedere opdrachtgever zover is, moeten wij wel oppassen voor exploitatieverlies. Stel je hebt een elektrische graafmachine rijden op een project. Dan weten nu niet zeker of je die ook op andere werken kan inzetten. Niet overal kun je laden en accuās opslaan. En als een machine stil staat, verdienen we de investering niet terug. Maar dit mag geen obstakel zijn in het halen van onze ambitie.ā
Besparen
De drie collegaās nemen binnen Heijmans het voortouw in de verduurzaming van het machinepark. Inmiddels zijn er achttien nieuwe elektrische machines besteld en zijn er al vijf zware machines in gebruik. Goedkeurend zien ze toe hoe de duurzame ambities van andere bouwers en opdrachtgevers de transitie naar een elektrische bouwplaats versnelt. Math: āHet Schone Lucht Akkoord dat Rijksoverheid, waterschappen, provincies en een groot aantal gemeenten hebben ondertekend, draagt hieraan bij. Daarmee willen ze de luchtkwaliteit in Nederland permanent verbeteren. De deelnemende partijen streven samen met het Rijk naar een gezondheidswinst van minimaal vijftig procent in 2030 ten opzichte van 2016.ā
Dubbele investering
Twan plaatst een kanttekening: āWe moeten oppassen voor te hoge verwachtingen bij onze klanten. Je kunt wel een asfaltspreidmachine op waterstof presenteren, maar zolang die nog niet op groene waterstof loopt is de energievoorziening nog niet duurzaam. Zo misleid je opdrachtgevers. Onze elektrische machines laden we altijd met groene stroom.ā
Peter denkt dat waterstof dĆ© oplossing is voor zware machines, maar niet op korte termijn. āPas als je waterstof maakt met duurzaam opgewekte stroom, is het een duurzame energiebron. In de toekomst zullen we een combinatie gebruiken van diverse energiebronnen, zowel materieel op accustroom als materieel op waterstof.ā
Beschikbaarheid
āOpdrachtgevers denken soms dat we elektrisch materieel uit het schap halenā, vervolgt Twan. āMaar zo ver zijn we nog niet. We zijn gebonden aan de capaciteit van ombouwbedrijven. In een ideale situatie kopen we rechtstreeks elektrisch aangedreven machines bij een fabrikant, want een machine ombouwen is gemiddeld twee keer zo duur als een materieelstuk met dieselmotor.ā
Volgens Peter is dit geen onwil van fabrikanten. āDie bedrijven willen net zo graag verduurzamen als wij, maar lopen tegen landelijke emissienormen van hun klanten aan. In Afrika en AziĆ« is de brandstofkwaliteit niet zo goed als in Europa en gelden daar andere normen voor de emissie. Daarom verkopen ze daar nog machines met traditionele stage 3 verbrandingsmotoren. En elektrische machines worden in dat deel van de wereld nauwelijks verkocht, door het ontbreken van een goede laadinfrastructuur. Pas als de fabrikanten meer vraag krijgen, kunnen ze sneller verduurzamen.ā
Laden en opslaan
Laden van elektrische personenautoās kan bijna overal in Nederland, maar niet voor elektrische bouwmachines. Twan: āBouwplaatsen en onze werkplaatsen zijn nog niet ingericht op elektrisch materieel. Zo bleek dat je accuās van elektrische trilplaten niet mag opslaan bij reguliere trilplaten, die op brandstof lopen. Overal zijn dus aparte opslaglocaties voor accuās nodig. Dit geldt ook voor de grote elektrische machines die je wilt parkeren. En laden met hoge vermogens betekent een extra veiligheidsrisico. Hier moeten we veiligheidsprotocollen en richtlijnen voor bedenken.ā
Verstopt elektriciteitsnetwerk
āBovendien moet je elektrische machines dagelijks opladenā, zegt Peter. āEen grote uitdaging, zeker bij infraprojecten waar we vaak langs een traject bouwen in plaats van op Ć©Ć©n locatie. Het elektriciteitsnetwerk kan de transitie nauwelijks bijhouden en raakt steeds vaker verstopt. Netbeheerders leveren daarom bijna geen nieuwe aansluitingen meer. Soms moet je een jaar wachten.ā
Zeecontainer
Op de bouwplaats kun je machines op drie manieren laden: naar een stroompunt toe rijden, accuās verwisselen of stroom naar de machine brengen. Peter: āVoor onze nieuwe elektrische draadkraan kiezen we voor optie drie. Deze 80-tons machine is te groot om naar een laadpunt te rijden, dus brengen we een accu naar ām toe. Dit is een met accuās gevulde zeecontainer, met een vermogen van 500 kWh. Deze laden we via het normale stroomnet. Met dit accupakket kan je in Ć©Ć©n keer zes personenautoās of een zware bouwmachine opladen. De draadkraan volledig laden duurt ongeveer tien uur.ā
āOndanks de hoge kosten en veiligheidsrisicoās, blijft Heijmans investeren in elektrisch aangedreven machines en het ontwikkelen van laadinfrastructuur waarmee je op bouwplaatsen veilig kunt laden. Nu rijst de vraag of we het werk blijven uitvoeren voor dezelfde prijsā, besluit Math. āHet kostenplaatje is nu nog hoger. Het lijkt ons goed als overheden samen met bouwers de meerkosten dragen en kijken naar andere financieringsmogelijkheden om het werk voor de komende jaren betaalbaar te houden. Alleen dan halen we onze ambitie om in 2030 emissieloos te bouwen.ā