Iedere dag een andere installatie

“Toen ik een studie moest kiezen, wist ik dat ik iets met mijn handen wilden doen. Ik kan namelijk niet stilzitten. Verzorging ligt me niet, dus dacht ik aan techniek. Dat vond ik altijd al interessant, want van jongs af aan ging ik met mijn vader mee naar zijn werk. Hij maakte waterinstallaties bij boerenbedrijven. Ik ben trouwens niet de enige die zijn voorbeeld heeft gevolgd, mijn ene zus is lasser en mijn andere zus zit ook in de techniek. Thuis zitten we regelmatig met z’n allen rondom een installatie en discussiëren we hoe we iets gaan aanpakken.”

“Ik ben begonnen met een opleiding Elektrotechniek. Daarna wilde ik verder en heb ik voor Installatiektechniek gekozen. Nu ben ik met mijn laatste stage bezig. Een stageplek vinden is op dit moment niet heel makkelijk door corona. Maar bij Heijmans was dat geen probleem en ik kon hier gelijk aan de slag. Het leukste aan dit vak is dat ik iets maak waar mensen echt iets aan hebben. Zeker in een ziekenhuis draag je met je werk echt iets bij.”

“Dat is heel verschillend. Het leuke aan deze stage is dat ik wel voor langere tijd op dezelfde plek zit, maar ik steeds ergens anders aan werk. Vorige week heb ik bijvoorbeeld aan het riool gewerkt. Er moesten een paar stukken buis tussenuit. Met nieuwe stukken hebben we daarna een omleiding aangelegd.

Op dit moment ben ik met een collega een luchtbehandelingskast aan het aansluiten. Hoe dat moet, heb ik zeker niet op school geleerd. Daar leer je alleen de basis, bijvoorbeeld hoe een cv in elkaar zit en hoe je kabels en leidingen aansluit. Kom je daarna op een stageplek, dan ontdek je pas echt hoe het vak in elkaar zit.”

“Dat ik nog niet alles weet, is geen enkel probleem. Mijn collega’s geven uitleg en laten me daarna alles zelf doen. Als ik iets niet snap, vraag ik het. Dan beantwoorden ze mijn vraag gelijk. Ik vind dat fijn werken, omdat ik hier zelfstandig leer werken.”

"Dat ik niet zo groot ben. Daardoor kan ik soms ergens niet bij. Maar dan zoek ik gewoon een langere trap, of ik vraag een collega om hulp. Dat ik vaak de enige vrouw op een werkplek ben, vind ik zelf geen probleem. Ik merk wel dat anderen daar soms even aan moeten wennen, maar daar besteed ik geen aandacht aan. Ook heb ik niet het idee dat ik me extra moet bewijzen, ik doe gewoon mijn best.

Wat ik wel geleerd heb de afgelopen tijd, is dat ik niet teveel moet twijfelen over mijn werk. Ik wil mooi werk afleveren, zeker weten dat alles recht zit. Om te voorkomen dat iemand straks elke dag tegen een scheve buis aankijkt. Maar je kunt niet bezig blijven en weet nu: goed is goed.”