Tijdens het vervangen van de sluisdeuren van de Oostsluis in Terneuzen, een jaar geleden, ontdekte het team van Reijer Kruisifikx dat de taatskappen kapot waren. Reijer is eindverantwoordelijke voor het project Meerjarig Onderhoud Westerschelde. Kees is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Voorgeschreven Activiteiten binnen het project, zoals het renoveren van de sluisdeuren. Reijer en Kees rapporteerden hun bevindingen aan opdrachtgever Rijkswaterstaat. Samen besloten ze de taatskappen te repareren, een team met specialisten van beide partijen zou een definitieve oplossing zoeken.
Krankzinnige toleranties
Een ‘definitieve oplossing’ mag dan goed klinken, her en der waren er valkuilen. Het scheepvaartverkeer mocht bijvoorbeeld niet te lang worden gestremd. Een ander probleem was het feit dat taatskappen vervangen in een sluis nog niet eerder was gedaan. Kees: “Als team moesten we alles zelf uitvinden. Een ongelofelijke uitdaging. Al snel bleek bijvoorbeeld dat we niet onder water konden werken. Dit vanwege de soms krankzinnige toleranties (maximale afwijking) van duizendsten van een millimeter voor bepaalde werkzaamheden. De klus klaren kon alleen in een optimale werkomgeving. Die moesten we zelf creëren. Onze keuze viel op een op maat gemaakte taatskuip van dertien meter hoog.”