
De meeste mensen beginnen hun loopbaan vol energie, nieuwsgierigheid en ambitie. Maar ergens onderweg raakt die vonk vaak verstoft. Werk wordt ‘moeten’, mensen raken vermoeid, en organisaties proberen met initiatieven, dashboards en interventies het tij te keren. Maar wat als we het fundament zelf moeten herzien?
Tijdens de Workplace Xperience 2025 hield Erik Bemelmans een betoog dat even scherp als hoopvol was. Hij pleit voor een radicaal andere benadering van welzijn en werkgeluk: niet als instrument om prestaties te maximaliseren, maar als startpunt voor organisaties die mensen zien als doel op zich. Geluk als organiserend principe, waarbij er verder wordt gekeken dan de instrumentele waarde van de mens. Niet omdat het zacht is, maar omdat het duurzaam werkt.
Volgens Bemelmans ligt daar een onbenut potentieel. Wie geluk serieus neemt, oogst niet alleen minder verzuim of hogere tevredenheid, maar bouwt aan een cultuur waarin mensen boven zichzelf uit stijgen. Niet met trucjes of losse interventies, maar met oprechte aandacht voor wie mensen zijn en wat ze nodig hebben.
De welzijnsparadox
“Er is iets zorgwekkends aan de hand,” opent Bemelmans. “We behoren tot de gelukkigste en meest welvarende landen ter wereld. Ook qua kwaliteit van gezondheidszorg, brede welvaart en arbeidsparticipatie behoren we tot de koplopers. We pompen miljarden in duurzame inzetbaarheid, vitaliteit en werkgeluk, maar het effect blijft uit. Verzuim, mensen met burn-out symptomen, depressiviteit onder jongvolwassenen en een toenemend aantal mensen met chronische aandoeningen laten zorgelijke statistieken zien. Dat is de welzijnsparadox.”
Volgens Bemelmans raken we daarmee aan de grenzen van wat mensen aankunnen. De druk op prestaties, verandering en flexibiliteit neemt toe, terwijl de ruimte voor herstel, verbinding en rust juist afneemt. En in die spagaat proberen we met tools, campagnes en beleidsstukken het verschil te maken. “Maar welzijn ontstaat niet uit protocollen,” stelt hij. “Welzijn ontstaat uit échte aandacht voor de mens, omwille van de mens.”
Van symptoom naar systeem
Veel organisaties pakken welzijn aan als een project: een enquête, een workshop of een vitaliteitsweek. Goedbedoeld, maar vaak niet effectief. De aanpak blijft functioneel en gefragmenteerd. “We willen het liefst een Excel met oorzaken en interventies. Maar zo werkt het niet. Geluk laat zich niet managen.”
Wat dan wel? Een fundamentele verschuiving in de manier waarop we binnen organisaties naar mensen kijken, zowel binnen als buiten de organisatie. Niet als ‘human resources’ die iets moeten opleveren, maar als mensen met behoeften, verhalen en waarden. “Organisaties moeten een balans zien te vinden. Niet alleen tussen welvaart en welzijn, maar ook tussen het zien van mensen als middel én als doel. En een balans in van mensen te vragen de organisatie te dienen én als organisatie je mensen te dienen. Zodat de extrinsieke en intrinsieke motivatie om mensgericht te ondernemen naast elkaar blijven bestaan.”
Geluk als organiserend principe
Bemelmans pleit ervoor om geluk, kwaliteit van leven én levensvoldoening als uitgangspunt te nemen. Niet omdat dat ‘aardig’ is, maar omdat het werkt. Mensen die zich gezien, gewaardeerd en verbonden voelen, zijn productiever, loyaler en innovatiever. Maar dat mag niet het primaire doel zijn.
“Productiviteit, lager verzuim, klanttevredenheid: het zijn mooie uitkomsten. Maar ze zijn niet het doel. Ze zijn het gevolg van aandacht voor geluk.”
Daarmee draait hij de logica om: niet streven naar prestaties met als bijvangst geluk, maar investeren in geluk met prestaties als bijvangst. Dat vraagt ander leiderschap, andere gesprekken en andere structuren.
De rol van de werkplek
Ook de werkomgeving speelt een rol. Een gebouw of kantoor is nooit neutraal: het ondersteunt of belemmert. Volgens Bemelmans zit de sleutel in hoe een plek aanvoelt. “Een goede werkplek is niet alleen goed geventileerd en ergonomisch ingericht. Hij ademt verbinding, vertrouwen en veiligheid.”
Dat betekent: ruimte voor ontmoeting, ruimte voor stilte, ruimte voor autonomie. Niet alleen fysiek, maar ook sociaal en psychologisch. “Als mensen zich thuis voelen op hun werk, dan bloeien ze op. En dat zie je terug, in alles.”
De oproep: terug naar aandacht en betekenisvolle verbinding
De kern van zijn verhaal? Organisaties moeten het aandurven om oprechte, structurele aandacht te geven aan mensen. Niet als middel tot een doel, maar als doel op zich, want het gaat in essentie om de manier waarop je omgaat met mensen, naar hen luistert en het gehoorde zorgvuldig meeweegt in je doen en laten. Dat klinkt eenvoudig, maar raakt aan diepe overtuigingen over organiseren, sturen en presteren.
“Geluk vraagt om nabijheid. Om luisteren. Om het lef om te vertragen in een wereld die versnelt.”
De vraag die hij zijn publiek meegaf, is even simpel als confronterend: durf jij als organisatie het rendement van geluk serieus te nemen?
Bij Heijmans voelen wij de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan werkplekken die niet alleen functioneel zijn, maar waar mensen de mogelijkheid hebben écht gelukkig te zijn. Wij geloven dat gebouwen kunnen bijdragen aan het geluk van de mensen die erin werken én dat welzijn een gezamenlijke opgave is. Daarom willen wij organisaties faciliteren om werkgeluk en welzijn structureel onderdeel te maken van hun beleid, processen en gebouwen. De eerste stap? Elkaar opzoeken, ervaringen delen en samenwerken aan omgevingen die ertoe doen.
Benieuwd naar onze visie op werkgeluk? Download ons e-book: Het gebouw waarin je gelukkig wordt’.
Neem contact met ons op
