
We brengen een groot deel van ons leven door op kantoor, maar veel werkplekken zijn verre van inspirerend. Sterker nog: ze dragen bij aan stress, vermoeidheid en een gebrek aan werkplezier. Waarom blijven we vasthouden aan kantooromgevingen die ons ongelukkig maken?
Bij Heijmans geloven we dat een gebouw meer kan zijn dan alleen een plek om te werken. Met het e-book Het gebouw waarin je gelukkig wordt starten we het gesprek in de keten: hoe kunnen we samen gebouwen creëren die écht bijdragen aan het welzijn van de gebruikers? In dit artikel onderzoeken we waarom dat nu nog zo weinig gebeurt. Drie oorzaken staan daarbij centraal.
1. Kosten boven waarde
De manier waarop we naar gebouwen kijken, is hardnekkig financieel gedreven. Het kantoor wordt vaak gezien als investering of kostenpost — niet als strategische plek om mensen zowel op werk als welzijn gelukkig te maken. Dat betekent dat welzijnselementen als licht, akoestiek, of beleving meestal al snel in het ontwerpproces worden geëlimineerd, te laat of helemaal niet worden meegenomen.
A. Het kantoor als traditionele investering
Veel organisaties hebben jarenlang geïnvesteerd in vaste werkplekken, systeemplafonds en standaardinrichting. Veranderingen betekenen dus nieuwe investeringen — en die zijn lastig te rechtvaardigen zolang het bestaande ‘gewoon voldoet’. Vooral als het pand wordt gehuurd, is aanpassing nóg complexer: elke wijziging vraagt instemming van de verhuurder, die andere belangen heeft dan de gebruiker.
B. Moeilijke businesscase
Dat welzijn belangrijk is, onderschrijft vrijwel iedere organisatie. Maar het rendement op een prettigere werkomgeving laat zich niet één-op-één in euro’s uitdrukken. En dus blijven investeringen in ‘werkgeluk’ vaak steken op losse initiatieven — planten hier, een stilteplek daar — zonder strategisch fundament.
Uit onderzoek van Harvard Business Review (2019) blijkt dat organisaties welzijn weliswaar hoog op de agenda zetten, maar dit zelden vertalen naar hun fysieke werkplek, simpelweg omdat Return on Investment minder tastbaar is dan bijvoorbeeld bezettingsgraad per vierkante meter.
Toch zijn er voorbeelden die laten zien dat het anders kan. Zo richtte een Nederlandse IT-bedrijf haar hoofdkantoor volledig in op beleving en welzijn. Het resultaat? Lager ziekteverzuim, hogere tevredenheid, en een sterke aantrekkingskracht op talent.
2. Onbekendheid met de potentie
Een tweede oorzaak is dat veel bedrijven simpelweg onvoldoende zicht hebben op de impact van de werkomgeving op het dagelijks functioneren van mensen. Licht, lucht, geur, geluid, kleur, materiaal: allemaal beïnvloeden ze onbewust hoe we ons voelen, concentreren en samenwerken. Maar deze zintuiglijke elementen worden zelden bewust ingezet in kantoorontwerp.
De coronapandemie gaf ons even ruimte om radicaal anders te denken. Massaal gingen we thuiswerken. Medewerkers gaven aan productiever, rustiger en gelukkiger te zijn met meer autonomie. Toch keerden veel organisaties na de pandemie vrijwel direct terug naar het oude kantoorritme.
Volgens onderzoek van McKinsey (2022) heeft slechts 10% van de organisaties de fysieke werkomgeving structureel aangepast aan de lessen van het hybride werken. Zelfs bedrijven die tijdens de pandemie een koerswijziging aankondigden, vielen snel terug in oude structuren, met vaste kantoordagen en uniforme werkplekken.
Dat onderstreept hoe weinig we nog durven vertrouwen op de kracht van een andere inrichting. De potentie is er, maar we benutten ‘m nauwelijks.
3. Een versnipperde keten
De derde oorzaak zit in de manier waarop gebouwen tot stand komen. Er zijn veel partijen betrokken: van ontwikkelaars en investeerders tot architecten, HR, facilitair managers en ICT. Zelden is er één partij die verantwoordelijkheid neemt voor het werkgeluk van de eindgebruiker.
Iedereen heeft z’n eigen focus: de eigenaar wil waardebehoud, de facility manager zoekt efficiency, HR wil betrokkenheid, en ICT wil slimme, cyberveilige systemen. Te weinig is er sprake van integrale samenwerking met een gedeelde visie.
Het gevolg? Kleine, ongecoördineerde verbeteringen. Een pingpongtafel hier, wat groen daar, maar geen doordachte, samenhangende werkomgeving. En dus zijn het uiteindelijke de gebruikers die de prijs betalen.
Tijd voor een kritische blik
We blijven werken in kantoren die ons ongelukkig maken, door een combinatie van financiële reflexen, onbekendheid met de potentie en een versnipperde keten. Maar hoe lang kunnen we het ons nog veroorloven om omgevingen in stand te houden die eerder afremmen dan stimuleren?
Organisaties die de sprong durven te maken en gebouwen ontwerpen met mensen als uitgangspunt, hebben een duidelijke voorsprong. Want een omgeving die uitnodigt, inspireert en ondersteunt, betaalt zich uit in betrokkenheid, productiviteit en gezondheid.
Download het e-book: Het gebouw waarin je gelukkig wordt
Wil je ontdekken hoe een gebouw wél kan bijdragen aan werkgeluk? In ons e-book laten we zien wat een 'gelukmakend gebouw' precies is, waarom het zo hard nodig is én hoe we daar, als we samenwerken, kunnen komen.
Download het e-book hier en start vandaag nog het gesprek binnen jouw organisatie.
Neem contact met ons op
