Kan de groenste campus van Nederland nog groener? Zeker: Heijmans legt de basis voor een grote warmte-koudeopslag op de campus van Wageningen University & Research. Dat Heijmans juist in dit epicentrum van de duurzaamheid mag meewerken aan de energietransitie, is bijzonder.
Wageningen University & Research (WUR) is bijzonder op meerdere gebieden. De organisatie bestaat uit een universiteit en onderzoeksinstituten, een combinatie die uniek is. Samen zijn ze wereldleider als het aankomt op het oplossen van ingewikkelde vraagstukken rondom natuur, leefomgeving en gezonde voeding. De campus in Wageningen is de thuisbasis van 20.000 studenten en medewerkers, die worden gedreven door hun passie voor duurzaamheid. Dat werkt door in de bedrijfsvoering: zo is de campus al jaren de groenste ter wereld.
Verwarmen of koelen
Toch kan met name de energievoorziening nog groener, vertelt Rens Buchwaldt, lid van de Raad van Bestuur. “We beschikken al over tienduizend zonnepanelen en een eigen windmolenpark, maar we willen ook voor 95 procent onafhankelijk zijn van aardgas. Dat kan door alle gebouwen aan te sluiten op warmte-koudebronnen en die installaties vervolgens te koppelen via een ringleiding. Die koppeling zorgt ervoor dat we efficiënter gebruik kunnen maken van de ondergrondse opslag van warm en koud water, waarmee we de gebouwen op een later tijdstip kunnen verwarmen of koelen.”
De aanbesteding die de WUR vervolgens uitschreef, werd gewonnen door Heijmans en partners Haitjema en Van den Heuvel Engelen. Een belangrijk onderdeel van dat EMVI-plan was de rol van de omgeving, legt Heijmans projectleider Patrick van Soest uit. “Omgevingsmanagement is eigenlijk de motor van dit project, daar staat of valt alles mee. Tijdens onze werkzaamheden – we werken tegelijkertijd op meerdere plekken op de campus - moeten alle gebouwen bereikbaar blijven en het onderzoek mag er niet door gehinderd worden.”
En dat is nog niet zo gemakkelijk, illustreert Rens Buchwaldt. “We hebben hier laboratoria waar met meetapparatuur ongelofelijk gevoelige bepalingen worden gedaan. Sommige onderzoeken duren jaren en de belangen zijn groot. Dan kun je niet onaangekondigd voor de deur gaan staan boren.”
Minder geluids- en trillingshinder
Toch zijn er flink wat boringen nodig voor het realiseren van zes nieuwe WKO-bronnen van negentig meter diep en een ringleiding, die deels wordt gerealiseerd door middel van horizontaal gestuurde boringen en deels door open ontgravingen. Om de overlast voor studenten en onderzoekers zo veel mogelijk te beperken, biedt Heijmans mitigerende maatregelen aan, waaronder apparatuur die minder geluids- en trillingshinder veroorzaakt, het plaatsen van noise barriers en een plaatselijke boorstop tijdens examenweken.
Ruimte voor overleg
Omgevingsmanager Astrid Neefs geeft meteen toe dat dit project een hele uitdaging is, maar wel een hele leuke. “Nooit eerder hoefde ik in mijn werk rekening te houden met het effect van CO2-uitstoot op planten en met dieren, in een onderzoeksomgeving. Sommige onderzoeksopstellingen hebben al last van een vrachtwagen die voorbij rijdt, dus onze boorwerkzaamheden hier hebben echt een goede afstemming nodig. Gelukkig is daar al in de tenderfase rekening mee gehouden en is er nu ook echt ruimte voor overleg.”
In de praktijk betekent dat voor haar en projectleider Patrick heel veel afstemmen met de locatiemanagers. Patrick: “Dat loopt gelukkig heel goed. Toen de coronamaatregelen nog iets minder streng waren, deelden we met elkaar in een 'project start-up' wat we belangrijk vinden. Inmiddels overleggen we weer digitaal, maar de samenwerking met de WUR is heel transparant en oplossingsgericht, we maken dit werk echt samen.”
Groen is niet zomaar groen
Op een campus die duurzaamheid ademt, is het niet alleen belangrijk om de techniek goed op te leveren, maar ook om de omgeving weer zo groen mogelijk achter te laten. Daarom maakt een ecoloog onderdeel uit van het projectteam van Heijmans, die samenwerkt met ecologen van de WUR. “Geen enkel stukje groen is hier zomaar groen, er kijken hier heel veel experts mee die heel betrokken zijn bij hun campus. Dus aan alles wat we terugplaatsen gaat overleg vooraf met de tuincommissie en parkmanager. Vragen als: is de fauna die we herstellen inheems of niet? spelen hier een rol”, vertelt Astrid.
Rens Buchwaldt beseft heel goed dat deze omgeving wat dat betreft een bijzondere is om in te werken. “Zaken die in andere organisaties niet eens ter sprake komen, worden hier uitgebreid bediscussieerd op internetfora. Het maaibeleid is hier bijvoorbeeld ieder jaar een discussiepunt. Doordat het Heijmansteam al vanaf de tender betrokken is, weten ze heel goed wat onze belangen en doelstellingen zijn en is er geen kennis verloren gegaan. In deze uitdagende omgeving is het extra fijn om te werken met de mensen met wie we vooraf de afspraken hebben gemaakt.”