Paulus Jansen wacht op een bankje in de groenstrook. Veert overeind. Lange, wakkere man. Achter hem ligt het Amsterdam-Rijnkanaal. De Eendracht uit Delfzijl komt voorbijvaren. Past die naam bij de wijk? Dat is wat al te utopisch. Maar het gaat de goede kant op, stelt de wethouder. Wat op macro-niveau helpt, is het mengen van sociale groepen. Paulus Jansen (biografie) is er hartstochtelijk voorstander van. “Een gemengde wijk is fijner voor iedereen – ook voor rijke mensen. Niet iedereen is overigens voorstander van gemengd wonen. In zowel wetenschappelijke kringen als onder politieke partijen leven bezwaren. Maar in Utrecht is de Woonvisie, waarin gemengd wonen een uitgangspunt is, met instemming van de grote meerderheid van de raad vastgesteld. Als je de keuze gemengd of niet-gemengd wonen aan maatschappelijke krachten overlaat, verklein je per saldo het geluksgevoel van bewoners. Zie Amerika.”

Paulus Jansen (62) is sinds 2014 wethouder van wonen, ruimtelijke ordening, vastgoed, sport, de wijk Zuidwest – waaronder Kanaleneiland – en dierenwelzijn in Utrecht.
Omkatten
Minder heil ziet hij in gemengd wonen op microniveau. “Ik vind niet dat je in elke woonblok consequent een mix van Turkse en Nederlanderse bewoners en statushouders moet toepassen. Belangrijker dan herkomst is levensstijl. Iemand die elke ochtend om 06.00 uur zijn bed uit moet, zal weinig op hebben met een nachtbraker.” Met een kanttekening. Want de nationale neiging om alles en iedereen tot een lifestylegroep terug te brengen, hoeft experimenten niet uit te sluiten. Opgewekt: “Zo hebben we een Utrechts bejaardenhuis omgekat. Er wonen nu zowel senioren als studenten. Dat gaat goed.” Ook sport verenigt, benadrukt Jansen. “Het klopt dat Johan Derksen daar een tikje anders over denkt, maar als wethouder van sport zie ik dat het echt werkt. Neem de Zwaluwen, hier op Kanaleneiland (historie). Ja, daar kun je elf nationaliteiten in een elftal tegenkomen. Maar het is een club van de gestampte pot.”

Onmisbare groepen
Bij gemengd wonen hoort ook variëteit in woningtypologie. Grondgebonden, gestapeld, woongroepen, eengezinswoningen, miniappartementen. Als je dat biedt, houd je sociale stijgers vast die anders zouden doorstromen naar – om het bij Utrecht te houden – Leidsche Rijn. Sociale stijgers maken deel uit van netwerken met vitaliteit, zegt Jansen. “Die wil je niet zien vertrekken.” Tegelijkertijd wil hij verdrukking voorkomen. Stadsvernieuwing en gentrificatie kunnen immers een uittocht van minder kansvolle groepen veroorzaken. “Dat geldt voor iedereen op het niveau mbo of minder. Zij zijn vaak uitvoerend – verpleegster, agent, onderwijzer. Maar ze zijn onmisbaar in de stad.”