Heijmans als huisvestingspartner voor ziekenhuizen en klinieken?
Al zestien jaar komt Heijmans bij Ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen over de vloer. Wat hun langdurige samenwerking gezond houdt? Fiducia Forte oftewel sterk vertrouwen. Vaker dan driemaal daags.
Je kunt slaperig onder Arriva-lijn 41 naar Balk lopen, een lelijke smak in het Thialf maken, of een pink breken bij lokale kaatsvereniging De Pompeblêdden. Maar in Heerenveen en ommelanden is het bijna een wet: vroeg of laat eindig je in Ziekenhuis Tjongerschans. De kans is zelfs groot dat je er begint: Vrouw, Moeder en Kind is een van de drie speerpunten. De twee andere accenten zijn Sportgeneeskunde en Geriatrie.
Over dat laatste aandachtsgebied gesproken: het ziekenhuis zelf is meer dan honderd jaar oud. Maar aan vitaliteit schort het niet. Harm Hollander, projectleider E-installaties bij Heijmans, draagt al zestien jaar bij aan de verjonging.
Een terugblik: “Tussen 2002 en 2008 zijn we intensief betrokken geweest bij een groot renovatie- en nieuwbouwplan van Tjongerschans. Het oude ketelhuis is afgebroken en er is een nieuw beddenhuis gebouwd. Wij hebben alle E- en W-installaties verzorgd, ook van de Spoedeisende Hulp en de nieuwe OK’s. Maar een ziekenhuis is nooit af. Het is een dynamisch bedrijf. Sowieso zijn we hier dagelijks. We verzorgen het onderhoud van de installaties.”
Zeldzaam
Het ziekenhuis ligt in een woonwijk, die zich langzaamaan om het zorgcomplex heen heeft gekruld. Gaat dat ruimtelijke beslag samen? Ja, met passen en meten. Maar het daagt Tjongerschans uit om vindingrijk te zijn, waarbij Heijmans meedoktert op oplossingen. Een actueel dossier is de parkeervoorziening. Bert Tromp, manager Facilitair Bedrijf [FB] van het ziekenhuis: “De groei van Tjongerschans kan niet zonder uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen. Nu zijn het er 661. Dat is te weinig, ook gelet op onze 1.350 medewerkers.”
Van de P van Parkeren naar de H van Hospitaal en Heijmans: hoe verloopt de structurele samenwerking? Goed, vertellen de drie. Bert hardop: “Wij zoeken partners die bij onze cultuur passen. Die is familiaal, kent korte lijnen en grote betrokkenheid. Dat biedt Heijmans. We zitten ook letterlijk dichtbij elkaar. Zij in Drachten, wij hier.”
Opvallend is de keuze van Tjongerschans voor eigen regie over alle services, logistiek en inkoop. De Facilitaire Dienst telt maar liefst 250 medewerkers. Receptie, catering, security en andere onderdelen zijn nooit uitbesteed. “Wij willen directere sturing, meer eigenheid en minder eilandvorming”, verduidelijkt Tromp. “We hebben bijvoorbeeld onze eigen schoonmaakdienst. Dat is zeldzaam voor een ziekenhuis.”
Ogen en oren
Toch sluit autonomie een strategisch partnerschap niet uit. Heijmans, dat een eigen magazijn in het ziekenhuis heeft, werkt intensief samen met de afdeling Gebouw en Techniek van Tjongerschans. Als die bijvoorbeeld een dag de hei op is, neemt Heijmans de storingsdienst over. Joop Rollema, projectleider W-installaties: “Wij zijn ogen en oren van het ziekenhuis. Tjongerschans beslist zelf wanneer ze bijvoorbeeld regelkasten van het gebouwbeheersysteem wil vervangen, maar naar ons advies wordt geluisterd. We zijn daar ook proactief in.”
Harm valt bij: “Wij voeren een deel van het meerjarenonderhoudsplan uit, maar niet al ons werk in Tjongerschans is geagendeerd. Als de afdeling Gebouw en Techniek, driemaal een rioolverstopping niet opgelost krijgt, dan roepen ze ons kennis en expertise in.”
Het fundament van de samenwerking? “Vertrouwen”, zegt Joop zonder aarzelen. Dat onderschrijft Bert: “Voor een Fries is vertrouwen een groot ding. We zijn er misschien wat zwartwit in. Maar als je hier eenmaal vertrouwen kwijt bent, komt het ook niet meer snel terug.”
Harm kent de conditie. “We proberen hier onze beste en vaste mensen in te zetten. Zij kennen de weg.” Afspraak is ook afspraak, vult Joop aan. “Er is nooit gedoe over offertes of begrotingen. Vooraf hebben we daar een stevige discussie over. Maar dan ga je achteraf niet zeuren. We kennen de installaties en de risico’s.”
Moreel
Goed samenwerken kan ook niet zonder elkaar onomwonden de waarheid te vertellen, stellen de tafelgenoten. Zo hou je kou uit de lucht. Slechts eenmaal vonden ze elkaar niet: “Bij de renovatie van operatiekamers vier, vijf jaar geleden”, vertelt Bert. “Achteraf bleek dat we elkaar niet goed begrepen hadden. Er zat ook druk op dat project vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De les: leg afspraken breed op tafel, zodat alle betrokkenen – ook degenen buiten je zicht – weten wat je bent overeengekomen.”
Wat die tafel betreft: Heijmans zit er ook vroegtijdig aan. Installeren is vooruitzien. Zo heeft de ziekenhuisbouw, die grotendeels uit 2003 is, over vijf jaar een midlife-update nodig. Bovendien speelt op die middellange termijn de vraag wat Tjongerschans met de energietransitie wil. Adviezen daarin zijn welkom, zegt Bert.
Tegelijkertijd matigt hij de ambitie enigszins: “We willen in de pas lopen met ontwikkelingen. Niet voor niets hebben we 120 zonnepanelen op het dak liggen. Maar op de muziek vooruit hoeft niet. Het geld van de gemeenschap besteden we liever aan zorg dan aan gebouwen. Het omgekeerde doen, vinden we moreel niet juist.”
Topsport
Op pad met de drie heren. Lift in, hoek om, trap op: voilà, de technische ruimte. Zoemende kasten, stoombevochtigers, noodaggregaten. Maar ook pijpen en leidingen, die onder meer medische gassen voor anesthesie en chirurgie leveren en de operatiekamers van overdruk voorzien. Het ‘brein’ is de regelkast van het gebouwbeheersysteem.
Eén zekerheid: een ziekenhuis kan niet zonder installaties die excelleren. Topsport om hier te werken, bevestigen Bert en Joop. Gelukkig schikt dat: Tjongerschans is sterk verbonden met Thialf, SC Heerenveen en Sportstad Heerenveen, het multifunctionele sportcentrum voor bewegen,
Heijmans en Tjongerschans: sterk team? Ja, zeggen de heren. Maar eerlijk is eerlijk: in dit sportieve ziekenhuis vind je genoeg inspiratie om te winnen. Trots wijst Bert op een ‘zwevende’ vergaderruimte in de ontvangsthal. Naam: Abe Lenstra-zaal. “Het is de laatste keer dat de familie van Abe toestemming voor het gebruik van zijn naam heeft gegeven. Waar we dat aan danken? Onze goede medische zorg aan de vrouw van Abe.”
