Nu de monitoringsfase is afgesloten, zijn de cijfers door Rijkswaterstaat officieel naar buiten gebracht: in 2019 wekte Solar Highways in totaal zo’n 203 megawattuur op. Stroom voor een jaar voor ongeveer zestig huishoudens, voor één miljoen kilometer rijden met een elektrische auto, of veertien kilometer snelweg verlichten. “Mooi resultaat”, vindt Stijn. “En helemaal als die energie gebruikt kan worden in de buurt waar het is opgewekt. Zo stond er in Uden een energiecoöperatie te springen om de duurzame stroom af te nemen, alleen waren alle partners nog niet zover om dat te kunnen realiseren.”

Volgende stappen
Dan staat niets meer in de weg om het zonnegeluidsscherm groots uit te rollen door heel Nederland toch? Stijn lacht: “We zijn er nog niet hoor. Het produceren, installeren, beheren en onderhouden van zo’n scherm is nu behoorlijk kostbaar en lokale partijen die de duurzame energie kunnen afnemen, zijn te klein. Bovendien spelen er juridische vraagstukken rondom eigendom en exploitatie.
Het scherm functioneert op twee terreinen. Het ene, infrastructuur, is grotendeels in handen van overheden en het andere, energie-opwekking en -exploitatie, is in handen van particuliere bedrijven. Wie wil eigenaar zijn van het scherm en daarmee verantwoordelijk voor reparaties, zoals het vervangen van zonnecellen als die na dertig jaar ‘op’ zijn? Wie wil de opgewekte energie afnemen en distribueren naar eindgebruikers? En te ver transporteren betekent verlies van de energie, dus welke afnemers zitten dichtbij?”

Wat dat betreft is hij nieuwsgierig naar de volgende stappen in Solar Highways. Rijkswaterstaat mag wettelijk gezien geen energie-exploitant zijn en splitst nu het juridisch eigendom van het zonnegeluidsscherm op naar een geluids- en een PV-deel. Dit laatste wordt door het Rijksvastgoedbedrijf via een openbare biedprocedure op de markt gezet, bedoeld om partijen te vinden die de energieopbrengsten van het scherm ten goede laten komen aan de directe omgeving van de A50. “Bijvoorbeeld een energiecoöperatie of een mogelijke nieuwe rol van Heijmans hierin”, suggereert Stijn. “Hopelijk lukt dat. Het lijkt mij goed als er een groep lokale ambassadeurs ontstaat. Wellicht willen die een oogje in het zeil houden en kan lokale betrokkenheid de kans op vandalisme verminderen.”
Rolling Solar
Als de exploitatie rond komt, is alleen de betaalbaarheid van zonnegeluidsschermen nog een obstakel. Een uitdaging, ziet Stijn. Want pas bij meer vraag dalen de kosten, luidt een oude economische wet. En juist die vraag is onzeker. “Toch is die er wel. Vanuit Regionale Energie Strategieën bijvoorbeeld, waarin de energietransitie per regio wordt uitgewerkt. Met name in dichtbevolkte plekken waar grond schaars is, zie ik kansen. Daarnaast geven diverse gemeentes hun interesse bij ons aan”, aldus Stijn.
Daarom werken diverse infra-specialisten binnen Heijmans aan een doorontwikkeling van het systeem onder de naam Rolling Solar. In dit Europese project werken zeven onderzoeksinstanties en dertien bedrijven samen aan de ontwikkeling en demonstratie van PV-geïntegreerde wegelementen en weginfrastructuur. Stijn: “Momenteel bouwen we hiervoor een nieuwe proefopstelling op onze werf in Rosmalen. Vanaf oktober gaan we hier nieuwe panelen testen.”
Laaghangend fruit
Als innovatiemanager moet je tegen teleurstellingen kunnen. Proefballonnen knappen vaker uit elkaar dan dat ze opstijgen. Zo is de proef met toepassing van dunne film zonnecellen op geleiderails, waar Heijmans aan heeft deelgenomen, moeilijk rendabel te maken. “Voor innoveren heb je een lange adem, incasseringsvermogen en doorzettingsvermogen nodig”, grinnikt Stijn. “Je kunt op diverse horizons innoveren: voor volgend jaar, voor een nabije toekomst en een verre toekomst, de zogenoemde derde horizon.
Je kunt het beste aan alle drie de horizons tegelijk werken. Want de derde horizon kan je bestaanszekerheid in de toekomst betekenen. Natuurlijk is het lastig om te voorspellen hoe de wereld er dan uitziet, maar dat we over tien jaar veel meer duurzame energie nodig hebben, is duidelijk. Dat is mijn drijfveer. Het laaghangend fruit is straks op. En voor een gezonde leefomgeving is het nodig dat je duurzame energieopwekking goed in de gebouwde omgeving integreert.”